Wanneer u Scannen naar bestand selecteert, kunt u een document in zwart-wit of kleur scannen en dit direct naar een aangewezen computer in uw netwerk verzenden. Het bestand wordt opgeslagen in de map en het bestandsformaat dat u hebt geconfigureerd in ControlCenter.
1 | Plaats uw document. |
2 | Druk op  ( Scan). |
3 | Druk op  of  om naar file (Scan nr bestand) te selecteren. Druk op OK. |
4 | Druk op  of  om de gewenste computer te selecteren waarheen u wilt zenden. Druk op OK. Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende computer in. Druk op OK.  Opmerking | Voor DCP-modellen: druk herhaaldelijk op  of  om het eerste cijfer van de pincode in te voeren. Druk op OK of  om de cursor te verplaatsen en gebruik vervolgens  of  om het tweede cijfer in te voeren. Herhaal dit totdat u de volledige pincode van vier cijfers hebt ingevoerd. |
|
5 | Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start). De machine begint met scannen. |

Opmerking
• | Het type scan is afhankelijk van de instellingen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat; de instellingen worden niet gewijzigd door Mono Start of Kleur Start (Colour Start). |
• | Als u wilt schakelen tussen scannen in kleur en in zwart-wit, kiest u kleur of zwart-wit bij de optie voor het type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het configuratievenster van ControlCenter. (Zie SCANNEN voor Windows ®.) (Zie SCANNEN voor Macintosh.) |
• | Als u de bestandsnaam van gescande documenten wilt wijzigen, voert u de bestandsnaam in bij Bestandsnaam op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het configuratievenster van ControlCenter. |