Instelling helderheid, contrast en kleur

Helderheid

Volg onderstaande instructies om de helderheidsinstelling tijdelijk te wijzigen:
Druk op Opties
Figuur
en vervolgens op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Helderheid te selecteren
-Bsymbol.squBsymbol.squBsymbol.squfBsymbol.squBsymbol.squ+
1
Uw document laden.
2
Druk op Opties en Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Helderheid te selecteren.
Druk op OK.
   -Bsymbol.squBsymbol.squBsymbol.squfBsymbol.squBsymbol.squ+ Bsymbol.vtri
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om de afdruk lichter of donkerder te maken.
Druk op OK.
4
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Volg onderstaande instructies om de standaardinstellingen te wijzigen:
1
Druk op Menu.
2
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om 1.Kopie te selecteren.
Druk op OK.
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om 4.Helderheid te selecteren.
Druk op OK.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om de afdruk lichter of donkerder te maken.
Druk op OK.
5
Druk op Stop/Eindigen.

Contrast

Pas het contrast aan om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.
Het contrast kan alleen worden gewijzigd via de standaardinstelling.
1
Druk op Menu.
2
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om 1.Kopie te selecteren.
Druk op OK.
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om 5.Contrast te selecteren.
Druk op OK.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om het contrast te verhogen of te verlagen.
Druk op OK.
5
Druk op Stop/Eindigen.

Kleur verzadiging

De kleur verzadiging kan alleen worden gewijzigd via de standaard instelling.
1
Druk op Menu.
2
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om 1.Kopie te selecteren.
Druk op OK.
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om 6.Kleuren aanp. te selecteren.
Druk op OK.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om 1.Rood, 2.Groen of 3.Blauw te selecteren.
Druk op OK.
5
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om de kleur verzadiging te wijzigen.
Druk op OK.
6
Kies één van onderstaande opties:
• 
Herhaal 4 om de volgende kleur te selecteren.
• 
Druk op Stop/Eindigen.