Enveloppen en briefkaarten laden

Enveloppen laden

• 
Gebruik enveloppen met een gewicht van 75 tot 95 g/m2 (20 tot 25 lb).
• 
Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
Voorzichtig Voorzichtig
 
Gebruik nooit de volgende soorten enveloppen, aangezien zij problemen veroorzaken bij de papierinvoer:
• 
Zakachtige enveloppen.
• 
Enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift).
• 
Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• 
Enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt.
Lijm
Figuur
Dubbele omslag
Figuur
Het kan zijn dat u af en toe problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
Enveloppen en briefkaarten laden
1
Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking Opmerking
 
Als er verscheidene enveloppen of briefkaarten ‘tegelijk naar binnen worden getrokken’, plaats dan één envelop per keer in de papierlade.
Figuur
Figuur
Figuur
2
Leg de enveloppen of briefkaarten in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
Figuur
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op:
1
Open de omslag van de envelop.
2
Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken.
3
Stel de maat en marge in bij uw toepassing.
Figuur
Figuur
Opmerking Opmerking
 
Wanneer de machine kleine stukjes papier uitwerpt op de uitvoerpapierlade, kunt u deze misschien niet bereiken. Zorg dat het afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de lade volledig uit de machine.
Figuur