![]() ![]() | ![]() ![]() |
• | Gebruik enveloppen met een gewicht van 75 tot 95 g/m2 (20 tot 25 lb). |
• | Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt. |
Enveloppen en briefkaarten laden | |
1 | Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen. ![]() ![]() ![]() |
2 | Leg de enveloppen of briefkaarten in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten. ![]() |
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op: | |
1 | Open de omslag van de envelop. |
2 | Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken. |
3 | Stel de maat en marge in bij uw toepassing. ![]() ![]() |
![]() ![]() | ![]() ![]() |