SCAN

Er zijn vier scanopties: de toepassingen Scannen naar Afbeelding, Scannen naar OCR, Scannen naar E-mail en Scannen naar Bestand.
Opmerking Opmerking
 
U kunt de Scan-toets van uw machine configureren voor iedere ControlCenter3-knop in het tabblad Bedieningsknop Apparaat.
Scherm

Afbeelding (voorbeeld: Microsoft® Paint)

Met de functie Scannen naar Afbeelding kunt u een beeld rechtstreeks naar uw grafische toepassing voor bewerking van het beeld scannen. Om de standaardinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Afbeelding, klikt u op Configuratie ControlCenter en klikt u op het tabblad Bedieningsknop Software.
Scherm
Wanneer u een deel van de pagina wilt scannen en vervolgens wilt trimmen nadat u het document snel vooraf hebt gescand, vinkt u het vakje Scannerinterface weergeven aan.
U kunt de andere instellingen ook wijzigen.
Om de toepassing van bestemming te wijzigen, klikt u op de keuzelijst Doel Applicatie en selecteert u de gewenste toepassing. U kunt een toepassing aan de lijst toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken.
Scherm
Voer de Applicatienaam (max. 30 tekens) en de Applicatielocatie in. U kunt de locatie van de toepassing ook vinden als u op het pictogram Figuur klikt. Selecteer Type Bestand in de keuzelijst.
Scherm
U kunt een toepassing die u hebt toegevoegd, verwijderen door te klikken op de knop Verwijderen in het tabblad Bedieningsknop Software.
Opmerking Opmerking
 
Deze functie is ook beschikbaar voor Scannen naar e-mail en Scannen naar OCR. Het venster kan afhankelijk van de functie variëren.