12 Remote Setup & PhotoCapture Center™

Remote Setup
(niet mogelijk voor DCP-modellen en MFC-240C)

Met behulp van de toepassing Remote Setup kunt u verscheidene machine-instellingen configureren vanaf een Macintosh®-toepassing. Als u deze toepassing opent, worden de instellingen van de machine automatisch naar uw Macintosh® overgebracht en weergegeven op uw scherm. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar de machine overbrengen.
Opmerking Opmerking
 
Het pictogram voor de toepassing Remote Setup is te vinden in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities.
Scherm
• 
OK
Hiermee kunt u beginnen gegevens naar de machine over te brengen en de toepassing Remote Setup verlaten. Als er een foutmelding wordt weergegeven, moet u de correcte gegevens opnieuw invoeren en vervolgens klikken op OK.
• 
Afbreken
Hiermee kunt u de toepassing Remote Setup verlaten zonder gegevens naar de machine over te brengen.
• 
Toepassen
Hiermee kunt u gegevens naar de machine overbrengen zonder de toepassing Remote Setup te verlaten.
• 
Afdrukken
Hiermee kunt u de gekozen items op de machine afdrukken. U kunt echter pas afdrukken nadat de nieuwe instellingen naar de machine zijn overgebracht. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar de machine over te brengen, en klik vervolgens op Afdrukken.
• 
Exporteren
Hiermee kunt u de huidige instelling in een bestand opslaan.
• 
Importeren
Hiermee kunt u de instelling in een bestand lezen.
Opmerking Opmerking
• 
Om een instelling op te slaan, markeert u de instelling (bijvoorbeeld, Kiesgeheugen) in de lijst met instellingen, en klikt u vervolgens op Exporteren. Iedere instelling die u exporteert, wordt als afzonderlijk bestand opgeslagen.
• 
Als u de machine moet wijzigen die op uw Macintosh® is geregistreerd tijdens de installatie van MFL-Pro Suite (zie de Installatiehandleiding), of als de netwerkomgeving is gewijzigd, dient u de nieuwe machine te specificeren. Open de DeviceSelector en selecteer de nieuwe machine. (alleen voor netwerkgebruikers)