Geavanceerde opties

U kunt de Geavanceerde opties weergeven door op het tabblad Indeling of Papier/Kwaliteit op de knop Geavanceerd... te klikken.
Scherm
1
Selecteer de gewenste instelling voor Papierformaat en Aantal afdrukken (1).
Papierformaat
Selecteer het gebruikte papierformaat in de vervolgkeuzelijst.
Aantal afdrukken
Hiermee geeft u op hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt.
2
Geef instellingen op voor Image Color Management, Schaal en TrueType-lettertype (2).
Image Color Management
Hiermee geeft u op hoe gekleurde afbeeldingen moeten worden afgedrukt.
Als u Image Color Management niet wilt inschakelen, klikt u op ICM uitgeschakeld.
Als u de berekeningen voor kleuraanpassing op de hostcomputer wilt laten uitvoeren voordat het document naar de printer wordt gestuurd, klikt u op ICM door hostsysteem laten uitvoeren.
Als u de berekeningen voor kleuraanpassing op de printer wilt laten uitvoeren, klikt u op ICM door printer laten uitvoeren met gebruik van printerkalibratie.
Schaal
Hiermee kunt u opgeven of documenten moeten worden verkleind of vergroot en met welk percentage.
TrueType-lettertype
Hier geeft u de opties voor TrueType-lettertypen op. Klik op Vervangen door lettertype van apparaat (de standaardinstelling) als u voor het afdrukken van documenten met TrueType-letterypen gebruik wilt maken van gelijkwaardige printerletterypen. Het afdrukken gaat hierdoor sneller, maar er kunnen speciale tekens verloren gaan die niet worden ondersteund door het printerlettertype. Klik op Downloaden als laadbaar lettertype als u TrueType-lettertypen wilt downloaden voor afdrukken in plaats van printerlettertypen te gebruiken.
3
U kunt instellingen wijzigen door een instelling in de lijst Printerfuncties (3) te selecteren:
Scherm
Afdrukkwaliteit
U kunt de volgende instellingen voor de afdrukkwaliteit selecteren.
Normaal (600 x 600 dpi)
600 × 600 dpi. Aanbevolen voor gewone afdruktaken. Goede afdrukkwaliteit met redelijke afdruksnelheden.
Fijn (2400 dpi klasse)
2400 dpi-klasse. De modus voor de hoogste afdrukkwaliteit. Gebruik deze modus voor het afdrukken van gedetailleerde afbeeldingen, zoals foto's. Aangezien er meer afdrukgegevens zijn dan in de normale modus, nemen het verwerkings-, gegevensoverdracht- en afdrukproces meer tijd in beslag.
Soort papier
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor de beste afdrukkwaliteit selecteert u het soort papier dat u wilt gebruiken.
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
Kringlooppapier
Label
Afdruk beveiligen
Met Afdruk beveiligen kunt u documenten bij verzending naar de printer met een wachtwoord beveiligen. Alleen degenen die op de hoogte zijn van het wachtwoord, kunnen deze documenten afdrukken. Aangezien de documenten in de printer worden beveiligd, moet u het wachtwoord via het bedieningspaneel van de printer invoeren. Voor het beveiligde document moet Wachtwoord en Naam van taak zijn ingesteld.
Wachtwoord
Selecteer in de vervolgkeuzelijst het wachtwoord voor het beveiligde document dat u naar de machine stuurt.
Naam van taak
Selecteer in de keuzelijst de taaknaam voor uw beveiligde document.
Toner-bespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand op Aan instelt, zien afdrukken er lichter uit. De standaardinstelling is Uit.
Opmerking Opmerking
U kunt Toner-bespaarstand beter niet gebruiken voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met grijstinten.
Kleur/Mono
U hebt de keuze uit de volgende kleuren modi:
Auto
De printer controleert de inhoud van uw documenten op kleur. Als kleur wordt gevonden, wordt in kleur afgedrukt. Als geen kleur wordt gevonden, wordt zwart-wit afgedrukt.
Kleur
Alle pagina's worden in kleur afgedrukt.
Mono
Als u Mono selecteert, worden uw documenten in grijstinten afgedrukt.
Opmerking Opmerking
Als de cyaan, magenta of gele toner op is, kunt u door Mono te selecteren doorgaan met afdrukken zolang er nog zwarte toner is.
Kleurenmodus
De volgende opties zijn beschikbaar in de kleurenmodus:
Normaal
Dit is de standaardkleurenmodus.
Levendig
Alle elementen worden helderder van kleur gemaakt.
Geen
Kies deze optie als u de kleurbeheerinstellingen van uw toepassing wilt doorvoeren. De kleur wordt niet bijgesteld door de printerdriver.
Grijstinten verbeteren
Hiermee kunt u de weergave van een donker vlak verbeteren.
Zwarte tinten verbeteren
Kies deze optie als een zwarte afbeelding niet correct kan worden afgedrukt.
Halftoon Schermvergendeling
Hiermee voorkomt u dat de instellingen voor halftoon door andere toepassingen worden gewijzigd. De standaardinstelling is Aan.
Hoge beeldkwaliteit afdrukken
U kunt afdrukken met hoge beeldkwaliteit. Als u Hoge beeldkwaliteit afdrukken op Aan instelt, neemt de afdruksnelheid af.
Uitvoer verbeteren
Met deze functie kunt u de afdrukkwaliteit zo nodig verbeteren.
Omkrullen van papier voorkomen
Door deze instelling te selecteren kunt u het omkrullen van papier tegengaan. Als u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te selecteren. Wij raden u aan de instelling van de printerdriver bij Soort papier te wijzigen in een dunne instelling.
Opmerking Opmerking
Deze bewerking verlaagt de temperatuur van het smeltproces van de machine.
Tonerhechting verbeteren
Door deze instelling te selecteren, kunt u de hechting van de toner op het papier verbeteren. Als de kwaliteit met deze functie niet voldoende wordt verbeterd, selecteert u Dikker papier bij de instellingen voor Soort papier.
Opmerking Opmerking
Deze bewerking verhoogt de temperatuur van het smeltproces van de machine.