Wanneer u de machine wilt beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. Met een webbrowser kunt u de onderstaande informatie van machines op uw netwerk krijgen.
• | U kunt informatie over de printerstatus opvragen |
• | De mogelijkheid om de faxconfiguratie te wijzigen, zoals de algemene instellingen, de instellingen voor snelkiesnummers en faxen op afstand |
• | Bepaalde netwerkinstellingen, bijvoorbeeld de TCP/IP-gegevens, wijzigen. |
• | Beveiligd functieslot 2.0 configureren |
• | Scannen naar FTP configureren |
• | Scannen naar Netwerk configureren |
• | Informatie opvragen omtrent de softwareversie van de machine en de afdrukserver |
• | De configuratie van het netwerk en de machine wijzigen |

Opmerking
| Wij raden u aan om Microsoft® Internet Explorer® 6.0 (of recenter) of Firefox 1.0 (of recenter) voor Windows® en Safari 1.3 (of recenter) voor Macintosh te gebruiken. Verder dienen JavaScript en cookies altijd te zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt. Wanneer een andere webbrowser wordt gebruikt, dient u te controleren dat deze compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1. |
Het is van belang dat u op uw netwerk het TCP/IP-protocol gebruikt en een geldig IP-adres in de afdrukserver en de computer hebt geprogrammeerd.

Opmerking
• | |
• | U kunt een webbrowser gebruiken in de meeste omgevingen, zodat bijvoorbeeld ook mensen die met Macintosh en UNIX werken, toegang hebben tot de machine en deze kunnen beheren. |
• | U kunt echter ook BRAdmin-toepassingen gebruiken om de printer en de netwerkconfiguratie te beheren. |
• | |