BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres

BOOTP is een alternatief voor RARP met als voordeel dat ook het subnetmasker en de toegangspoort geconfigureerd kunnen worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het IP-adres, moet BOOTP op uw hostcomputer zijn geïnstalleerd en daar worden uitgevoerd (het behoort in het bestand /etc/services op uw host als een ware service te verschijnen; typ man bootpd of raadpleeg de bij uw systeem geleverde documentatie voor meer informatie). BOOTP wordt standaard opgestart via het bestand /etc/inetd.conf en u dient dit wellicht te activeren door het "#" te verwijderen dat in dit bestand voor de bootp-ingang staat. Bijvoorbeeld, een doorsnee bootp-ingang in het bestand /etc/inetd.conf kan er als volgt uitzien:
#bootp dgram udp wait /usr/etc/bootpd bootpd -i
Afhankelijk van het systeem kan deze ingang “bootps” heten in plaats van “bootp”.
Opmerking Opmerking
Voor het activeren van BOOTP gebruikt u een tekstverwerkingsprogramma om “#” te verwijderen (staat er geen “#”, dan is BOOTP reeds geactiveerd). Bewerk nu het BOOTP-configuratiebestand (doorgaans /etc/bootptab) en voer de naam in, het netwerktype (1 voor Ethernet), het MAC-adres (Ethernetadres) en het IP-adres, het subnetmasker en de toegangspoort van de afdrukserver. Helaas kan de indeling van deze gegevens afwijken, en het is derhalve belangrijk dat u de bij uw systeem geleverde documentatie raadpleegt om te zien hoe u deze informatie invoert (veel UNIX-systemen hebben sjablonen in het bestand bootptab die u als voorbeeld kunt gebruiken). Een paar standaard /etc/bootptab-ingangen zijn: (“BRN” hieronder moet u voor een draadloos netwerk vervangen door “BRW”.)
BRN310107 1 00:80:77:31:01:07 192.168.1.2
en:
BRN310107:ht=ethernet:ha=008077310107:\ip=192.168.1.2:
Bepaalde implementaties van BOOTP-hostsoftware reageren alleen op BOOTP-verzoeken als u in het configuratiebestand een download-bestandsnaam hebt opgenomen. In dat geval maakt u een leeg bestand op de host en specificeert u de bestandsnaam en zijn pad in het configuratiebestand.
Net als bij RARP, zal de afdrukserver zijn IP-adres bij de BOOTP-server opvragen zodra de printer wordt aangezet.