Met de functie Fax naar Server kan de machine een document scannen en over het netwerk naar een aparte faxserver verzenden. De server verzendt het document dan via een standaardtelefoonlijn in de vorm van faxgegevens naar een faxnummer. Wanneer de functie Fax naar Server is ingesteld op Aan, worden alle faxtransmissies van de machine automatisch naar de faxserver gezonden, die ze dan als een fax zal verzenden. U kunt met de handmatige functie nog steeds faxen vanaf de machine verzenden.
Als u een document naar de faxserver verzendt, moet de juiste syntaxis voor die server worden gebruikt. Het faxnummer van bestemming moet worden verzonden met een voor- en achtervoegsel, die overeenkomen met de parameters die de faxserver gebruikt. In de meeste gevallen is de syntaxis voor het voorvoegsel "fax=" en de syntaxis voor het achtervoegsel de domeinnaam van de e-mailgateway van de faxserver. Aan het begin van het achtervoegsel moet ook het symbool "@" worden opgenomen. De gegevens van het voor- en het achtervoegsel moeten eerst in de machine worden opgeslagen, pas dan kunt u de functie Fax naar Server gebruiken. Bestemmingsfaxnummers kunnen worden opgeslagen als voorkeur- of snelkiesnummers, of kunnen met de kiestoetsen worden ingevoerd (nummers kunnen uit maximaal 20 cijfers bestaan). Als u bijvoorbeeld een document naar faxnummer 123-555-0001 wilt verzenden, wordt de volgende syntaxis gebruikt.

Opmerking
| Uw faxserverapplicatie dient een e-mailgateway te ondersteunen. |
Fax naar Server inschakelen
U kunt het voor- en het achtervoegsel voor de faxserver in de machine opslaan.
1 | Druk op Menu. |
2 | Druk op  of  om Netwerk te selecteren. Druk op OK. |
3 | Druk op  of  om Fax naarServer te selecteren. Druk op OK. |
4 | Druk op  of  om Aan te selecteren. Druk op OK. |
5 | Druk op  of  om Prefix te selecteren. Druk op OK. |
6 | Voer de prefix met de kiestoetsen in. |
7 | Druk op OK. |
8 | Druk op  of  om Achtervoegsel te selecteren. Druk op OK. |
9 | Voer de suffix in met behulp van de kiestoetsen. |
10 | Druk op OK. |
11 | Druk op Stop/Eindigen. |

Opmerking
| U kunt voor de gegevens van de prefix en het achtervoegsel in totaal 40 tekens gebruiken. |
Fax naarServer bedienen
1 | Plaats het document in de invoer of op de glasplaat. |
2 | Voer het faxnummer in. |
3 | De machine verzendt het bericht over een TCP/IP-netwerk naar de faxserver. |