![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Zet de machine AAN. | ||||
2 | Selecteer Ga in het menu Programma's. | ||||
3 | Open de map Utilities. | ||||
4 | Dubbelklik op het pictogram Printerconfiguratie. | ||||
5 | Klik op Voeg toe. | ||||
6 | (Mac OS® X 10.3.9) Selecteer Afdrukken via IP. (Mac OS® X 10.4.x) Selecteer IP-printer. (Mac OS® X 10.3.9) ![]() (Mac OS® X 10.4.x) ![]() | ||||
7 | (Mac OS® X 10.3.9) Geef het IP-adres van de printer op in het vak Printeradres. (Mac OS® X 10.4.x) Geef het IP-adres van de printer op in het vak Adres. (Mac OS® X 10.3.9) ![]() (Mac OS® X 10.4.x) ![]()
| ||||
8 | Selecteer uw printermodel in de keuzelijst met Printermodel. Selecteer bijvoorbeeld Brother MFC-XXXX BR-Script3. (Mac OS® X 10.3.9) ![]() (Mac OS® X 10.4.x) ![]() | ||||
9 | Klik op Voeg toe; de printer komt nu in de Printerlijst te staan. De machine is nu klaar om af te drukken. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |