Controleren welke netwerkomgeving u hebt
Aangesloten op een computer met een toegangspunt in het netwerk (infrastructuurmodus)
1.
Toegangspoort
2.
Draadloze netwerkprinter (uw machine)
3.
Computer met draadloze functionaliteit die is aangesloten op het toegangspunt
4.
Bedrade computer die zonder netwerkfunctionaliteit met de ethernetkabel is aangesloten op het toegangspunt.
Begin pagina