De machine voor een draadloos netwerk configureren

U kunt de draadloze netwerkmachine op drie manieren configureren: met het bedieningspaneel van de machine (aanbevolen), met de software SecureEasySetup™ of AOSS™ en met het automatische installatieprogramma op de cd-rom.

De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken

U kunt de afdrukserver configureren met gebruik van de functie Inst. Wizard. Dit is een van de opties van het LAN-menu op het bedieningspaneel van de machine. Volg de onderstaande stappen.
1
Druk op Menu.
2
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om LAN te selecteren.
Druk op OK.
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Netwerk I/F te selecteren.
Druk op OK.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om WLAN te selecteren.
Druk op OK. De draadloze netwerkinterface wordt geactiveerd.
5
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
6
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
7
Zoek naar een SSID in de buurt van de machine.
8
Na enkele seconden kunt u de SSID met behulp van Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri in de lijst selecteren. Druk op OK om de SSID te selecteren.
12 als u de weergegeven SSID wilt selecteren.
Als u een nieuwe SSID wilt toevoegen, gaat u door naar 9.
9
Selecteer <NieuweSSID> met Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri.
Druk op OK. Ga naar 10.
10
Geef de SSID-naam op. (Raadpleeg Tekst invoeren voor informatie over het invoeren van tekst.)
Druk op OK. Ga naar 11.
11
Gebruik Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Infrastructure te selecteren wanneer u daarom wordt gevraagd.
Druk op OK. Ga naar 12.
Ga naar 13 als u Ad-hoc selecteert.
12
Selecteer de verificatiemethode met gebruik van Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri en druk op OK.
Ga naar stap 13 als u Open Systeem selecteert.
Ga naar stap 14 als u Gedeelde Sleutel selecteert.
Ga naar 17 als u WPA/WPA2-PSK selecteert.
13
Gebruik Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om het versleutelingstype, Geen of WEP te selecteren en druk op OK.
Als u Geen selecteert, gaat u naar 19.
Als u WEP selecteert, gaat u naar 14.
14
Selecteer de sleuteloptie: KEY1, KEY2, KEY3, KEY4 met Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri, en druk op OK.
Als u de sleutel waar ********** bij staat selecteert, gaat u naar 15.
Als u een lege sleutel selecteert, gaat u naar 16.
15
Als u de sleutel die u in 14 hebt geselecteerd wilt wijzigen, drukt u op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Wijzig instell te selecteren. Druk op OK. Ga naar 16.
Als u de sleutel die u in 14 hebt geselecteerd wilt behouden, drukt u op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Bewaar te selecteren. Druk op OK. Ga naar 19.
16
Geef een nieuwe WEP-sleutel op. Druk op OK. Ga naar 19. (Raadpleeg Tekst invoeren als u de tekst handmatig wilt invoeren.)
17
Selecteer het versleutelingstype, TKIP of AES met Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri. Druk op OK. Ga naar 18.
18
Voer het wachtwoord in en druk op OK. Ga naar 19. (Raadpleeg Tekst invoeren als u de tekst handmatig wilt invoeren.)
19
U ziet het volgende.
Selecteer Ja om de instellingen toe te passen. Selecteer Nee om te annuleren.
Als u Ja selecteert, gaat u naar 20.
Als u Nee selecteert, gaat u naar 8.
20
De machine maakt verbinding met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
21
Als er verbinding met het draadloze apparaat is gemaakt, wordt zestig seconden lang Verbonden weergegeven en is de configuratie voltooid.
Als er geen verbinding kon worden gemaakt, wordt zestig seconden lang Verbindingsfout weergegeven. Raadpleeg Problemen met draadloze netwerken oplossen.
22
Druk op OK.