Netwerkscannen voor Windows® instellen

Wanneer u een andere machine gebruikt dan die oorspronkelijk was geregistreerd op uw computer tijdens de installatie van MFL-Pro Suite-software, volgt u de onderstaande stappen.
1
(Windows® XP)
Klik op de knop start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, dan op Scanners en camera’s (of Configuratiescherm, Scanners en camera’s).
(Windows Vista®)
Klik op de knop Figuur, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en dan op Scanners en camera’s.
(Windows® 7)
Klik op de knop Figuur, Alle programma’s, Brother, ADS-XXXXX (waarbij XXXXX de naam van uw model is), Instellingen Scanner en dan op Scanners en camera’s.
2
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Windows® XP
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Scannerapparaat en kies Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen netwerkscanner wordt weergegeven.
Windows Vista® en Windows® 7
Klik op de knop Eigenschappen.
Opmerking Opmerking
(Windows Vista® en Windows® 7)
Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, doet u het volgende:
Gebruikers met beheerdersrechten klikken op Doorgaan of op Ja.
Scherm
Gebruikers zonder beheerdersrechten voeren het beheerderswachtwoord in en klikken op OK of op Ja.
Scherm
3
Klik op het tabblad Netwerk instellingen en kies de juiste verbindingsmethode.
Scherm
Specificeer uw machine per adres
Voer het IP-adres van de machine in bij IP-adres en klik dan op Toepassen of OK.
Specificeer uw machine per naam
(1)
Voer de knooppuntnaam van de machine in bij Naam van knooppunt of klik op Bladeren en kies de machine die u wilt gebruiken.
(2)
Klik op OK.
Scherm
4
Klik op het tabblad Scan naar Knop en voer de naam van uw computer in het veld Display naam in. Op het LCD-scherm van de machine wordt de door u ingevoerde naam weergegeven. De standaardinstelling is de naam van uw computer. U kunt elke gewenste naam invoeren.
Scherm
5
Om te voorkomen dat u ongewenste documenten ontvangt, voert u een pincode van 4 cijfers in bij Pin code en in het veld Voer de Pincode opnieuw in. Om gegevens te verzenden naar een computer die is beveiligd met een pincode, wordt u via het LCD-scherm gevraagd de pincode in te voeren voordat het document kan worden gescand en naar de computer wordt verzonden.