Welke eigenschappen beschikbaar zijn, hangt af van het naaitype dat u hebt geselecteerd.
Met versteviging | Off | Aan |
Zigzagsteekbreedte | Smal | Breed |
Dichtheid | Grof | Fijn |
Halve steek | Uit De dichtheid aan de binnenzijde is hoog. | Aan De dichtheid van het stiksel is gelijkmatiger. |
Scherpe hoeken | ||
Versteklimiet | Geef de scherpte van hoeken in zigzagstiksel op. | |
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. |
Steeklengte | Geef de lengte van één steek op. | Kort | Lang | |
Aantal keren omstikken | Geef op hoe vaak de omtrek wordt geborduurd. | 1 keer | 5 keer | |
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. |
Steeklengte | Geef de lengte van één steek op. | Kort | Lang | |
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. |
Selecteer een patroon voor de motiefsteek. Klik op om het dialoogvenster [Bladeren] weer te geven. Selecteer een map en selecteer vervolgens het gewenste patroon (PMF-bestand) in de lijst met patronen die wordt weergegeven. | ||||
Geef de patroongrootte op. U kunt het patroon vergroten of verkleinen terwijl de hoogte-breedteverhouding behouden blijft. | Kleiner | Groter | ||
1 Hoogte (verticale lengte) | Geef de hoogte van het patroon op. | Kort | Lang | |
2 Breedte (horizontale lengte) | Geef de breedte van het patroon op. | Kort | Lang | |
Verhouding behouden | Wanneer deze optie is geselecteerd, blijft de lengte/breedte-verhouding van het patroon behouden. | |||
H-opstelling (horizontale rangschikking) | Geef de rangschikking van de patronen langs een horizontale as op. U kunt alle patronen of elk afzonderlijk patroon langs de horizontale as spiegelen. | Normaal spiegelen Wisselen | ||
V-opstelling (verticale rangschikking) | Geef de rangschikking van de patronen langs een verticale as op. U kunt alle patronen of elk afzonderlijk patroon langs de verticale as spiegelen. | Normaal spiegelen Wisselen | ||
Verschuiving | 0,0 mm | Verschuiving: 4,5 mm | ||
Afstand | Smal | Breed | ||
Steeklengte | Geef de lengte van één steek op. | Kort | Lang | |
Begin-/eindtype | Doorvoeren | Rijgen | ||
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. |
Breedte | Smal | Breed | ||
Afstand | Smal | Breed | ||
Hoek | 45° | 135° | ||
Steektype | Drievoudig | Enkel | ||
Begin-/eindtype | Doorvoeren | Rijgen | ||
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. |
Dichtheid | Dicht | Gemiddeld | Licht | |||
Grootte | Kleiner | Groter | ||||
Afstand | Smal | Breed | ||||
Begin-/eindtype | Doorvoeren | Rijgen | ||||
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. |
Selecteer de E-steek of de V-steek. | |||||
E-steek | |||||
1 Interval | Smal | Breed | |||
2 Steekbreedte | Kort | Lang | |||
3 Steeklengte | Smal | Breed | |||
Aantal keren omstikken | Geef op hoe vaak de lijn wordt geborduurd. | 1 keer | 5 keer | ||
Aantal steken | Geef op hoe vaak elke steek wordt geborduurd. | 1 keer | 3 keer | ||
Opstelling | |||||
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. | ||||
V-steek | |||||
1 Interval | Smal | Breed | |||
2 Steekbreedte | Kort | Lang | |||
3 Steeklengte | Smal | Breed | |||
Aantal keren omstikken | Met de V-steek worden de lijn en de steken hetzelfde aantal keer geborduurd. | 1 keer | 5 keer | ||
Opstelling | |||||
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. |
Steektype | Driehoekig | Ruitvormig |
Grootte | Kleiner | Groter |
Tijd | 1 keer | 6 keer |
Opstelling | ||
Begin-/eindtype | Doorvoeren | Rijgen |
Verbindingspunten | Deze naai-eigenschap is alleen beschikbaar wanneer u een tekstpatroon hebt geselecteerd. |
Gedeelten niet snijden | Geef hier aan of er gedeelten van de snijlijn niet moeten worden gesneden. Dit voorkomt dat de stof verschuift tijdens het snijden. Als dit is ingesteld op [Aan], knipt u deze gedeelten met een schaar nadat de stap met het snijden is voltooid. | Uit | Aan |
Gebruiken | Selecteer [Alleen snijden] voor netter gesneden randen, bijvoorbeeld bij een opgezet lapje. Selecteer [Snijden om rand van stof te bedekken] wanneer de rand wordt geborduurd, zoals bijvoorbeeld bij een applicatie. | Alleen snijden | Snijden om rand van stof te bedekken |