Borduursteekpatronen bewerken

Borduursteekpatronen selecteren

  1. Klik op de tab [Beginscherm].
  2. Klik op in de groep [Functies].
  3. Klik op het borduursteekpatroon.
    1. Rotatiehandvat
    2. Handvat

Borduursteekpatronen verplaatsen

U kunt geselecteerde borduursteekpatronen slepen om ze te verplaatsen.

Om het patroon horizontaal of verticaal te verplaatsen houdt u de toets <Shift> ingedrukt terwijl u het patroon sleept.

Borduursteekpatronen bewerken

Sleep een handvat van het geselecteerde borduursteekpatroon om de afmeting ervan aan te passen. Sleep het rotatiehandvat om het patroon te roteren.

  • Als u de toets <Shift> ingedrukt houdt terwijl u het handvat sleept, wordt het patroon vergroot of verkleind vanuit het middelpunt.
  • Klik op [Verticaal spiegelen] in de groep [Bewerken] om het geselecteerde patroon verticaal te spiegelen (omhoog/omlaag).
  • Klik op [Horizontaal spiegelen] in de groep [Bewerken] om het geselecteerde patroon horizontaal te spiegelen (links/rechts).
  • Met andere opdrachten dan bovengenoemde kunt u geselecteerde patronen op andere manieren bewerken, zoals dupliceren of het beginpunt en eindpunt omwisselen.

Borduursteekpatronen een andere vorm geven

  1. Klik op in de groep [Functies].
  2. Klik op een lijn in het borduursteekpatroon.
  3. Klik op een punt om het te selecteren en vervolgens te bewerken.
    1. Blauw vierkant: Beginpunt
    2. Rood vierkant: Eindpunt
    3. Geselecteerde punt
    • Als u het punt wilt verplaatsen, sleept u dit naar de nieuwe plaats.
    • Als u een punt wilt invoegen, klikt u op de lijn om een nieuw punt toe te voegen.

      Er wordt een nieuw punt weergegeven.

    • Als u het punt wilt wissen, klikt u op of drukt u op de toets <Verwijderen>.
      • Als u meerdere punten wilt selecteren, houdt u de toets <Ctrl> ingedrukt terwijl u op de punten klikt of de aanwijzer over de punten sleept.
      • Houd de toets <Ctrl> ingedrukt terwijl u op de toets of drukt om de selectierichting te wijzigen naar het eindpunt of beginpunt.
      • Houd <Shift> ingedrukt terwijl u op een punt klikt om alle punten te selecteren tussen dit punt en het vorige geselecteerde punt.

De borduurvolgorde wijzigen

Het begin van het stiksel (beginpunt) en het einde van het stiksel (eindpunt) kunnen worden omgewisseld. Hierdoor kan het borduursteekpatroon worden bewerkt en kan het einde van het stiksel voor het ene patroon dichter bij het begin van stiksel voor het volgende patroon komen.

  1. Een borduursteekpatroon maken.

    De borduurvolgorde wordt hieronder weergegeven.

  2. Selecteer alle punten en klik op [Dupliceren].

    Het geselecteerde borduursteekpatroon wordt gedupliceerd en het gedupliceerde punt wordt geselecteerd.
    De borduurvolgorde van het gedupliceerde borduursteekpatroon wordt hieronder weergegeven.

  3. Klik op [Verticaal spiegelen].

    De borduurvolgorde van het borduursteekpatroon wordt hieronder weergegeven.

  4. Klik op [Omwisselen] in de groep [Bewerken].

    Het beginpunt en het eindpunt van het geselecteerde borduursteekpatroon worden omgewisseld.
    De borduurvolgorde wordt hieronder weergegeven.

  5. Druk op de toets om het geselecteerde borduursteekpatroon te verplaatsen.
    • U kunt punten selecteren door op de toets te drukken terwijl u <Shift> ingedrukt houdt.

Borduursteekpatronen importeren

U kunt de borduursteekpatronen die zijn meegeleverd met de toepassing als .psf-bestanden, importeren en bewerken.

  1. Selecteer een categorie in de selector [Van] van het deelvenster [Importeren] en klik vervolgens op het borduursteekpatroon dat u wilt importeren.
    1. U kunt de grootte van het patroon opgeven dat u wilt importeren.
    2. Schakel dit selectievakje in om de oorspronkelijke lengte/breedte-verhouding van het patroon te behouden.
  2. Klik op [Importeren].
    • Als er al een patroon op de ontwerppagina staat, wordt het nieuwe patroon toegevoegd, zodat het beginpunt ervan het eindpunt van het vorige patroon is.