Borduurgegevens registreren (batch-registratie)

Bereid de te registreren borduurgegevens voor en hernoem ze, zodat de letter in elk bestand kan worden herkend aan de bestandsnaam.
Letters worden geregistreerd volgens de bestandsnaam van de borduurgegevens.
Ter onderscheiding van hoofdletters en kleine letters voegt u “u_” (uppercase) toe aan het begin van bestandsnamen voor hoofdletters en “l_” (lowercase) aan het begin van bestandsnamen voor kleine letters (bijvoorbeeld u_A.pes of l_a.pes).
Voor letters die niet kunnen worden gebruikt in bestandsnamen, geeft u de bestandsnamen op zoals hieronder wordt weergegeven.
Start Font Creator.
Klik op . Selecteer vervolgens [Nieuwe lettertypetoewijzing] in de opdrachtlijst.
Het dialoogvenster [Standaardletterhoogte instellen] verschijnt.
Geef de standaardletterhoogte op.
Geef bijvoorbeeld een letterhoogte op van 146,5 mm en klik vervolgens op [OK].
De standaardletterhoogte opgeven
Klik op [Meervoudig importeren] op de tab [Beginscherm].
Selecteer de bestanden die u wilt registreren.
1. Alles selecteren
  Klik om alle bestanden te selecteren.
2. Alle selecties opheffen
  Klik om de selectie van alle bestanden ongedaan te maken.
Klik op [Importeren].
Wanneer de registratie is beëindigd, wordt een van de geregistreerde letters weergegeven op de ontwerppagina en wordt het dialoogvenster [Bladeren] weergegeven.
Selecteer de letter waarvan de positie moet worden aangepast. Klik vervolgens op [Selecteren].
Pas de positie van de letter aan.
De letterpositie wijzigen
Sla de geregistreerde letters op.
Geregistreerde letters opslaan
- De volgende typen borduurbestanden zullen niet in de bestandslijst van het dialoogvenster worden weergegeven.
  - Bestanden waarvan de grootte van borduurpatroon groter is dan 500 mm
  - Bestanden waarvan de grootte van borduurpatroon kleiner is dan 5 mm
  - Bestanden waarvan het borduurraam formaat is ingesteld op een groot, gesplitst borduurraam, jumboraam of een universeel raam
  - Bestanden die een open-borduurwerkpatroon bevatten