Rasterinstellingen wijzigen

  1. Klik op de tab [Weergave].
  2. Geef de rasterinstellingen op in de groep [Raster].
    1. Als u het raster wilt weergeven, schakelt u het selectievakje [Raster weergeven] in.
    2. Als u het raster wilt weergeven als ononderbroken lijnen, schakelt u het selectievakje [met assen] in.
    3. In het kader [Interval] selecteert u de rasterafstand.
    4. Als u het lettertype in een gelijkmatige dikte wilt invoeren of verticale en horizontale posities op elkaar wilt afstemmen, schakelt u het selectievakje [Uitlijnen op raster] in.

      De aanwijzer wordt verplaatst over de afstand die is ingesteld in het vak [Interval].

      De functie Uitlijnen op raster werkt ongeacht of het raster wel of niet wordt weergegeven.