Applicatie-instellingen wijzigen
Rasterinstellingen wijzigen
- Klik op de tab [Weergave].
- Geef de rasterinstellingen op in de groep [Raster].
- Als u het raster wilt weergeven, schakelt u het selectievakje [Raster weergeven] in.
Als u het raster wilt verbergen, schakelt u het selectievakje [Raster weergeven] uit. - Als u het raster wilt weergeven als ononderbroken lijnen, schakelt u het selectievakje [met assen] in.
Als u het raster wilt weergeven als punten (snijpunten van het raster), schakelt u het selectievakje [met assen] uit. - Als u de afstand tussen de rasterlijnen wilt instellen, typt of selecteert u een waarde in het kader [Interval].
Maateenheid wijzigen
Klik achtereenvolgens op [Optie], [Opties] en [Systeemeenheid]. Selecteer vervolgens de gewenste maateenheid ([mm] of [inch]).
Systeemeenheid