Omtrek bewerken
Omtrekformaat aanpassen
Formaat numeriek aanpassen:
Selecteer de omtrek.
Klik op de tab
[Lijnen bewerken]
.
Klik op
[Numerieke instelling]
in de groep
[Bewerken]
. Selecteer vervolgens
[Grootte]
.
Selecteer een formaat en klik vervolgens op
[OK]
.
Als u de breedte en hoogte proportioneel wilt wijzigen, schakelt u het selectievakje
[Verhouding behouden]
in.
Kies of de breedte en hoogte worden ingesteld als percentage (%) of als afmeting (millimeter of inch).
Typ of selecteer de gewenste breedte en hoogte.
Omtrek horizontaal of verticaal spiegelen
Selecteer de omtrek.
Klik op
[Verticaal spiegelen]
of op
[Horizontaal spiegelen]
in de groep
[Bewerken]
.
Omtrek roteren
Handmatig roteren
Selecteer de omtrek.
Plaats de aanwijzer op het rotatiehandvat. En sleep vervolgens.
Numeriek roteren
Selecteer de omtrek.
Klik op
[Numerieke instelling]
in de groep
[Bewerken]
. Selecteer vervolgens
[Roteren]
.
Typ of selecteer de gewenste rotatiehoek. Klik vervolgens op
[OK]
.
U kunt een hoek ook selecteren door
in het dialoogvenster
[Roteren]
te slepen.