Stap 3 Lijnen bewerken

Omtrek verplaatsen

  1. Klik op de tab [Lijnen bewerken].
  2. Klik op in de groep [Functies] en vervolgens op de omtrek die u wilt verplaatsen.
    1. Rotatiehandvat
    2. Schalings-handvatten
  3. Plaats de aanwijzer op de omtrek zodat de aanwijzer verandert in en sleep de omtrek vervolgens.

    Sleep een handvat om het formaat of een hoek te wijzigen. Als u de omtrek wilt wissen, drukt u op de toets <Delete>.

Lijnen toevoegen aan het lijnbewerkingsbeeld

  1. Klik op [Lijn invoeren] in de groep [Functies].
  2. Klik op het beginpunt (1). Klik vervolgens op het volgende punt (2).

    Er wordt een lijn getekend die beide punten verbindt. Ga verder met klikken als u meer lijnen wilt tekenen.

    • Klik met de rechtermuisknop om het laatste punt dat u hebt opgegeven te verwijderen.
    • Als u een verticale of horizontale lijn wilt tekenen, houdt u de toets <Shift> ingedrukt terwijl u de aanwijzer verplaatst.
  3. Dubbelklik op een eindpunt.

Omtrek een andere vorm geven

  1. Klik op [Punt selecteren] in de groep [Functies].
  2. Klik op een omtrek.
    1. Punt
    2. Roze lijn
  3. Als u een punt wilt toevoegen, klikt u op de omtrek (1).

    Als u een hoek wilt maken, sleept u het punt (2).

  4. Als u het punt verwijdert, wordt de hoek verwijderd. Klik op het punt dat moet worden verwijderd. Druk vervolgens op de toets <Delete> of klik op [Verwijderen] in de groep [Klembord].
  5. Sleep het punt om de vorm van de lijn te wijzigen.
    • Als meerdere punten zijn geselecteerd, worden alle punten verplaatst of verwijderd.
    • Als u meer punten wilt selecteren, houdt u de toets <Ctrl> ingedrukt terwijl u op elk punt klikt, of sleept u de aanwijzer over de punten.

Lijnen splitsen

U kunt lijnen op een punt splitsen.

  1. Voer stap 1 en 2 in Omtrek een andere vorm geven uit om een lijn te selecteren.
  2. Selecteer een punt en klik op [Splitsen bij punt] in de groep [Bewerken] om de lijn te splitsen.

Lijnen verbinden

U kunt twee punten verbinden zodat ze een lijn vormen.

  1. Voer stap 1 en 2 in Omtrek een andere vorm geven uit om een lijn te selecteren.
  2. Terwijl u de toets <Alt> ingedrukt houdt, sleept u het geselecteerde punt naar het andere punt waarmee u het wilt verbinden.

    De vorm van de aanwijzer verandert in en een rood vierkantje verschijnt wanneer de twee punten elkaar overlappen.

  3. Laat de muisknop los om de twee punten te verbinden.

Naar het Borduurinstellingen-stadium

Wanneer de figuurhandvatafbeelding is voltooid, gaat u door naar het Borduurinstellingen-stadium.

  1. Klik op [In borduur-instelling] in de groep [Stadium] of in de rechterbovenhoek van het scherm.

    Ook nadat u naar het Borduurinstellingen-stadium gaat, kunt u nog terugkeren naar het Lijnen bewerken om de figuurhandvatafbeelding te bewerken.