Een origineel logo maken

Met de functie [Handmatige borduurinstellingen] kunt u een patroon maken met uw logo op de achtergrond.

  1. Open een afbeelding van het logo dat u wilt gebruiken om het borduurpatroon te maken.

    Beeldgegevens importeren

    Voor dit voorbeeld maken we een patroon van het rode ontwerp uiterst links.

    U kunt een vage kopie van de achtergrondafbeelding weergeven in de [Ontwerppagina].

    Dichtheid van achtergrondafbeelding aanpassen

  2. Selecteer eerst de functie [Handmatige borduurinstellingen]. Klik op de tab [Beginscherm], vervolgens op [Vormen] en dan op .

    :

    selecteer deze functie om rechte blokpatronen te maken (gebied borduren).
    (Sneltoets: <Z>)

    :

    selecteer deze functie om afgeronde blokpatronen te maken (gebied borduren).
    (Sneltoets: <X>)

    :

    selecteer deze functie om lopende patronen te maken (lijn borduren).
    (Sneltoets: <V>)

    :

    selecteer deze functie om doorvoerpatronen te maken (overspringende steken).
    (Sneltoets: <B>)

    Verspringende steken en afknippen van verspringende steken

  3. Klik op punt 1 t/m 4, op volgorde.

    Als u een ingevoerde punt wilt verwijderen, klikt u daarop met de rechtermuisknop of drukt u op de toets <BackSpace>.

  4. Selecteer de functie Curve.

    Klik op in de groep [Invoer] van het tabblad [Handmatige borduurinstellingen].

  5. Klik op punt 5 t/m 11, op volgorde.

    Klik op punt 12 (het laatste punt van het patroongedeelte) en druk op de toets <Enter>.

    In plaats van op de toets <Enter> te drukken kunt u het patroongedeelte ook voltooien door te dubbelklikken.

  6. Klik op in de groep [Invoer] van het tabblad [Handmatige borduurinstellingen].
  7. Klik op punt 13, vervolgens op punt 14 (laatste punt van de stiksteken die de delen verbinden) en druk op de toets <Enter>.

    Geef het punt zo op dat het een overlapping/verbinding maakt met het deel dat u hebt gemaakt in stap 5.

  8. Klik op in de groep [Invoer] van het tabblad [Handmatige borduurinstellingen].
  9. Klik op punt 15 t/m 23, op volgorde.

    Klik op punt 24 (het laatste punt van het patroongedeelte) en druk op de toets <Enter>.

    Geef het punt zo op dat het een overlapping/verbinding maakt met het deel dat u hebt gemaakt in stap 7.

  10. Klik op in de groep [Invoer] van het tabblad [Handmatige borduurinstellingen].
  11. Klik op punt 25 t/m 27, op volgorde.

    Klik op punt 28 (het laatste punt van het patroongedeelte) en druk op de toets <Enter>.

    Geef het punt zo op dat het een overlapping/verbinding maakt met het deel dat u hebt gemaakt in stap 9.

    Afbeelding van voltooid logo

    • Als onderdelen zijn verbonden met vorige of volgende onderdelen, worden geen overspringende steken gemaakt om automatisch begin- en eindpunten te optimaliseren.
      We adviseren u de steken te controleren met de Steeksimulator alvorens te gaan borduren.

      Het borduurpatroon controleren in de steeksimulator

    • Wanneer u achteraf handmatig steekrichtingslijnen toevoegt aan vormpatronen kunt u verdergaan met patronen maken met dezelfde functie Handmatige borduurinstellingen.

      Rechte steekrichting opgeven