Let op dat u het buitenste patroon selecteert voordat u het dialoogvenster [Applicatiewizard] start.
Als u alle standaardinstellingen wilt herstellen, klikt u op [Standaard].
De mogelijkheden zijn: de omtrek van de applicatie borduren als stiksteken, of de applicatie uitsnijden, of deze niet borduren, noch uitsnijden.
Voor dit voorbeeld selecteert u [Ja] en vervolgens [Open borduurwerk].
Stiksteek Selecteer deze instelling om de snijlijn te borduren en knip vervolgens met een schaar langs de snijlijn. | |
Open borduurwerk Deze instelling is alleen beschikbaar onder voorwaarde dat Basisvereisten voor open-borduurwerkfuncties Selecteer deze instelling om de stof te snijden met snijnaaldjes op de machine. |
Voor de geleidelijn voor het bevestigen van de applicatie is ingesteld dat deze lijn automatisch wordt geborduurd.
U kunt het applicatiestuk met rijgsteken bevestigen aan de basisstof. Selecteer een van de drie steken.
Voor dit voorbeeld selecteert u [Ja] en vervolgens [V-steek].
Zigzagsteek | E-steek | V-steek |
Voor dit voorbeeld selecteert u “Zigzagsteek” en vervolgens stelt u [Breedte] in op “3,0 mm” en [Dichtheid] op “5,0 lijn/mm”.
Zigzagsteek U kunt instellingen opgeven voor [Breedte] en [Dichtheid]. | |
E-steek U kunt instellingen opgeven voor [Steek], [Interval] en [Steeklengte]. | |
V-steek U kunt instellingen opgeven voor [Steek], [Interval] en [Steeklengte]. | |
Kettingsteek U kunt instellingen opgeven voor [Steektype], [Grootte] en [Tijd]. |
Meer bijzonderheden over de instellingen [Steek], [Interval] en [Steeklengte] vindt u in E/V-steek.
Meer bijzonderheden over de instellingen [Steektype], [Grootte] en [Tijd] vindt u in Kettingsteek.
Voor dit voorbeeld selecteert u [Vervangen].
Toevoegen U kunt instellingen opgeven voor [Afstand tot origineel patroon]. | |
Vervangen |
Schakel dit selectievakje in wanneer u een applicatie met gaten (lege gebieden) maakt.
Voor dit voorbeeld schakelt u dit selectievakje in.
Dit selectievakje verschijnt wanneer alleen het buitenste patroon met overlapping van twee kleurgebieden of alleen een tekstpatroon (met andere lettertypen dan ingebouwde lettertypen 025 en 029, door de gebruiker gedefinieerde lettertypen of lettertypen van Kleine tekst) is geselecteerd, of wanneer [Vervangen] is geselecteerd onder [Patroon uitvoeren].
* Onder bepaalde voorwaarden kunt u meerdere tekstpatronen selecteren.
De vorm van het applicatiemateriaal wordt weergegeven zoals hieronder, naar gelang het selectievakje [App. maken m overlap. van twee kleurgebieden] is ingeschakeld of niet.
Wanneer het selectievakje [App. maken m overlap. van twee kleurgebieden] is uitgeschakeld
Wanneer het selectievakje [App. maken m overlap. van twee kleurgebieden] is ingeschakeld
Wanneer [Open borduurwerk] is geselecteerd onder [Applicatiemateriaal]:
Toevoegen
De instelling [Toevoegen] is niet beschikbaar als het borduurpatroon niet bestaat, bijvoorbeeld wanneer steektype lijn en gebied beide zijn ingesteld op [Niet geborduurd].
Vervangen
Wanneer meerdere patronen zijn geselecteerd, worden deksteken gecreëerd zoals hieronder.