Stap 2 De applicatiewizard gebruiken

  1. Selecteer het buitenste patroon en klik op [Applicatiewizard] op het tabblad [Beginscherm] om het dialoogvenster [Applicatiewizard] te openen.

    Let op dat u het buitenste patroon selecteert voordat u het dialoogvenster [Applicatiewizard] start.

  2. Geef instellingen in het dialoogvenster [Applicatiewizard] op in deze volgorde: 1 - 6.
    1. Applicatiemateriaal
    2. Applicatiepositie
    3. Vastzetten
    4. Deksteek
    5. Patroon uitvoeren
    6. App. maken m overlap. van twee kleurgebieden
      Dit selectievakje verschijnt wanneer u een patroon gebruikt waarop overlapping van twee kleurgebieden is toegepast en waarvoor [Vervangen] is geselecteerd onder [Patroon uitvoeren].

      Als u alle standaardinstellingen wilt herstellen, klikt u op [Standaard].

  3. Geef in [Applicatiemateriaal] snijlijnen op voor de applicatie.

    De mogelijkheden zijn: de omtrek van de applicatie borduren als stiksteken, of de applicatie uitsnijden, of deze niet borduren, noch uitsnijden.

    Voor dit voorbeeld selecteert u [Ja] en vervolgens [Open borduurwerk].

    Stiksteek

    Selecteer deze instelling om de snijlijn te borduren en knip vervolgens met een schaar langs de snijlijn.

    Open borduurwerk

    Deze instelling is alleen beschikbaar onder voorwaarde dat

    Basisvereisten voor open-borduurwerkfuncties

    Selecteer deze instelling om de stof te snijden met snijnaaldjes op de machine.

  4. [Applicatiepositie] is automatisch opgegeven.

    Voor de geleidelijn voor het bevestigen van de applicatie is ingesteld dat deze lijn automatisch wordt geborduurd.

  5. Geef in [Vastzetten] rijgsteken op voor de applicatie.

    U kunt het applicatiestuk met rijgsteken bevestigen aan de basisstof. Selecteer een van de drie steken.

    Voor dit voorbeeld selecteert u [Ja] en vervolgens [V-steek].

    Zigzagsteek

    E-steek

    V-steek

  6. Geef in [Deksteek] de steken op om de applicatie te bevestigen. Selecteer het steektype en andere eigenschappen ([Breedte] en [Dichtheid]) om de applicatie te voltooien.

    Voor dit voorbeeld selecteert u “Zigzagsteek” en vervolgens stelt u [Breedte] in op “3,0 mm” en [Dichtheid] op “5,0 lijn/mm”.

    Zigzagsteek

    U kunt instellingen opgeven voor [Breedte] en [Dichtheid].

    E-steek

    U kunt instellingen opgeven voor [Steek], [Interval] en [Steeklengte].

    V-steek

    U kunt instellingen opgeven voor [Steek], [Interval] en [Steeklengte].

    Kettingsteek

    U kunt instellingen opgeven voor [Steektype], [Grootte] en [Tijd].

    Meer bijzonderheden over de instellingen [Steek], [Interval] en [Steeklengte] vindt u in E/V-steek.

    Meer bijzonderheden over de instellingen [Steektype], [Grootte] en [Tijd] vindt u in Kettingsteek.

  7. Onder [Patroon uitvoeren] selecteert u of deksteken worden toegevoegd rond het hele patroon ([Toevoegen]) of dat deksteken worden geborduurd voor als vormlijnen ([Vervangen]).

    Voor dit voorbeeld selecteert u [Vervangen].

    Toevoegen

    U kunt instellingen opgeven voor [Afstand tot origineel patroon].

    Vervangen

  8. Geef overlapping van twee kleurgebieden op in [App. maken m overlap. van twee kleurgebieden].

    Schakel dit selectievakje in wanneer u een applicatie met gaten (lege gebieden) maakt.

    Voor dit voorbeeld schakelt u dit selectievakje in.

    Dit selectievakje verschijnt wanneer alleen het buitenste patroon met overlapping van twee kleurgebieden of alleen een tekstpatroon (met andere lettertypen dan ingebouwde lettertypen 025 en 029, door de gebruiker gedefinieerde lettertypen of lettertypen van Kleine tekst) is geselecteerd, of wanneer [Vervangen] is geselecteerd onder [Patroon uitvoeren].
    * Onder bepaalde voorwaarden kunt u meerdere tekstpatronen selecteren.

    De vorm van het applicatiemateriaal wordt weergegeven zoals hieronder, naar gelang het selectievakje [App. maken m overlap. van twee kleurgebieden] is ingeschakeld of niet.

    Wanneer het selectievakje [App. maken m overlap. van twee kleurgebieden] is uitgeschakeld

    Wanneer het selectievakje [App. maken m overlap. van twee kleurgebieden] is ingeschakeld

  9. Klik op [OK] om het dialoogvenster Applicatiewizard af te sluiten.

    Wanneer [Open borduurwerk] is geselecteerd onder [Applicatiemateriaal]:

    • Niet gesneden gedeelten blijven aanwezig in snijlijnen die zijn opgegeven met de Applicatiewizard. Knip deze met de schaar nadat u klaar bent met borduren.

Over de instellingen uitvoerpatroon

Toevoegen

Vervangen