Dialoogvensters Parameters voor Automatisch converteren

  1. Weergave resultaat
    De resulterende geanalyseerde afbeelding verschijnt in het kader Weergave resultaat.
  2. Gebiedskleuren weglaten/Lijnkleuren weglaten
    In de lijst [Gebiedskleuren weglaten] en [Lijnkleuren weglaten] klikt u op de kleuren om te selecteren of ze worden geborduurd.
    U kunt selecteren of gebieden worden geborduurd of niet door hun kleuren te selecteren. Doorgestreepte kleuren zijn ingesteld om niet geborduurd te worden.
    • Als u wilt selecteren of een deel van de afbeelding al dan niet wordt geborduurd, klikt u in het kader Weergave resultaat of in de lijst [Gebiedskleuren weglaten] of [Lijnkleuren weglaten].
    • Gebieden die in het kader Weergave resultaat zijn gevuld met een dubbel gearceerd patroon, worden niet geborduurd.
      Ook lijnen die worden weergegeven als een stippellijn, worden niet geborduurd.
      1. Deze gebieden worden niet geborduurd.
  3. Zoomen
  4. Lijnen maken
    Klik op deze knop om het dialoogvenster [Gebieden selecteren] te openen. Hier kunt u de gebieden selecteren die moeten worden geconverteerd naar lijnen.

    Klik op de gebieden die moeten worden geconverteerd naar lijnen. Klik vervolgens op [OK].

  5. Garenkleurkaart
    Selecteer de garenkleurkaart die u wilt gebruiken.
  6. Maskeromt.toev.
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden lijngegevens gemaakt uit de maskeromtrek.
  7. Ruisonderdrukking
    Hiermee geeft u op in hoeverre ruis (vervorming) wordt verwijderd uit de afbeelding.
  8. Segmentatiegevoeligheid
    Hiermee stelt u de gevoeligheid van de afbeeldingsanalyse in.
  9. Maximum aantal kleuren
    Hiermee stelt u het aantal gebruikte kleuren in.
  10. Opnieuw
    Klik op deze knop om het resultaat van de wijzigingen weer te geven.