Masker en afbeelding aanpassen

Dialoogvenster Masker selecteren

Het dialoogvenster [Masker selecteren] verschijnt, ongeacht welke conversiemethode u hebt geselecteerd.

  1. Maskervormen
    De geselecteerde vorm wordt het masker voor de afbeelding.
  2. U kunt het masker een andere vorm geven of verplaatsen. Selecteer de betreffende functie voor de bewerking die u wilt uitvoeren.

    :

    sleep de handvatten om het formaat van het masker aan te passen. Sleep het masker om de positie aan te passen.

    :

    u kunt punten invoeren, verplaatsen en verwijderen om een masker te maken met de gewenste vorm.
    Als u punten wilt toevoegen, klikt u op de omtrek van het masker. Als u een punt wilt verplaatsen, selecteert u het punt en versleept u het. Als u een punt wilt verwijderen, selecteert u het punt en drukt u op de toets <Delete>.

    Met een klein origineel beeld kunt u misschien de grootte van het masker niet verkleinen.

  3. Klik om de omtrek van de afbeelding te detecteren. U kunt de gedetecteerde omtrek bewerken.

    Afbeeldingsmasker aanpassen

    Een maskervorm die is bewerkt met of gemaakt door te klikken op [Begrenzingsmasker], wordt boven aan de lijst toegevoegd. Dan kunt u deze maskervorm selecteren wanneer u weer een patroon maakt met een Steekwizard. Maximaal vijf vormen worden toegevoegd, op volgorde naar meest recent gebruik.

    Deze maskervormen worden weergegeven, ongeacht welke Afbeelding naar steek-functie is geselecteerd.

  4. Zoomen
  5. Wanneer u klikt op [Beeld afstellen] opent u het dialoogvenster [Beeld afstellen].
    • Met de schuif [Origineel] [Scherp] kunt u de scherpte van de omtrek van de afbeeldingen aanpassen. Een [Scherp]-instelling doet de grens tussen lichte en donkere gebieden meer naar voren komen.
    • Met de schuif [Donker][Licht] stelt u de helderheid van de afbeelding in.
    • Met de schuif [Zwak] [Sterk] stelt u het contrast van de afbeelding in.
    • Met de schuif [Zwak] [Hoge verzadiging] stelt u de kleurverzadiging van de afbeelding in.
  6. Wanneer u klikt op [Afbeelding openen], staat u toe dat de afbeelding wordt vervangen door een andere. Het dialoogvenster [Een afbeeldingbestand openen] verschijnt. Selecteer een bestand.

De volgende stap verschil naar gelang het kleurbereik dat u hebt geselecteerd voor het borduurpatroon.

Dialoogvenster Maskervorm controleren/Afbeelding wijzigen

Dialoogvenster Grijsbalans/Afbeelding wijzigen

Afbeeldingsmasker aanpassen

U kunt de gedetecteerde omtrek bewerken.

Uw afbeelding wordt nauwkeurig getraceerd om preciezer te kunnen uitvoeren. (Verbeterde afbeeldingstracering)

  1. Selecteer [Automatisch converteren], [Kruissteek], [Fotosteek 1] of [Fotosteek 2].
  2. Klik op of op en geef vervolgens het afbeeldingsmasker op.

    Masker en afbeelding aanpassen

  3. Klik op [Begrenzingsmasker].

    Het automatisch gedetecteerde afbeeldingsmasker wordt weergegeven.

    Omsluit het gewenste deel van de afbeelding met het afbeeldingsmasker en druk vervolgens op [Begrenzingsmasker] om de precisie van het masker te verhogen.

  4. Pas het afbeeldingsmasker aan.
    De omtrek van het afbeeldingsmasker wordt aangegeven door een dikke lijn in cyaan en het afbeeldingsmasker is binnenin gevuld met een dubbel gearceerd patroon in cyaan.
    1. Vul gebieden die u wilt verwijderen uit het afbeeldingsmaker, met de geel-groene pen.
    2. Vul gebieden die u wilt toevoegen aan het afbeeldingsmaker, met de roze pen.
    3. Traceer de met pen 1 of 2 getekende lijnen om deze te wissen.
    4. Verberg alle met pen 1 of 2 getekende lijnen.
    5. Verwijder alle getekende lijnen.
    6. Maak de laatste bewerking ongedaan om de vorige staat van het afbeeldingsmasker te herstellen.
    7. Voer de laatste, ongedaan gemaakte bewerking opnieuw uit.
    8. Werk het afbeeldingsmasker bij in overeenstemming met de momenteel getekende penlijnen.
    9. Klik om het afbeeldingsmasker toe te passen.
    10. Klik om terug te gaan naar het dialoogvenster [Masker selecteren].
  5. Klik op [Voorbeeld bijwerken], controleer het aangepaste gebied en klik vervolgens op [OK].
    • Wanneer u gebieden selecteert voor toevoeging aan of verwijdering uit het afbeeldingsmasker, hoeft u niet het gehele gebied volledig te vullen met penmarkeringen.
    • We adviseren het afbeeldingsmasker bij herhaling met de pennen te markeren en het voorbeeld bij te werken totdat het afbeeldingsmasker conform uw wensen is.

Dialoogvenster Maskervorm controleren/Afbeelding wijzigen

Als Kleur, Sepia of Grijs is geselecteerd voor [Fotosteek 1], [Fotosteek 2] of Kruissteek of als [Automatisch converteren] is geselecteerd:

Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven.

  1. Pas de positie en grootte van de afbeelding aan. Sleep de afbeelding naar de gewenste positie.
    Sleep het handvat om de afbeelding het gewenste formaat te geven.
  2. Klik op [Ontwerpinstellingen] om het formaat van de Ontwerppagina te wijzigen. Geef de instellingen op in het dialoogvenster [Ontwerpinstellingen].

    De instellingen van de ontwerppagina opgeven

  3. Klik op [Aan pagina aanpassen] om de afbeelding aan te passen aan het formaat van de Ontwerppagina.
  4. Grootte van borduurpatroon

Dialoogvenster Grijsbalans/Afbeelding wijzigen

Als [Mono] is geselecteerd voor [Fotosteek 1] of [Fotosteek 2]:

Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven.

  1. Pas de positie en grootte van de afbeelding aan. Sleep de afbeelding naar de gewenste positie.
    Sleep het handvat om de afbeelding het gewenste formaat te geven.
  2. Klik op [Ontwerpinstellingen] om het formaat van de Ontwerppagina te wijzigen. Geef de instellingen op in het dialoogvenster [Ontwerpinstellingen].

    De instellingen van de ontwerppagina opgeven

  3. Klik op [Aan pagina aanpassen] om de afbeelding aan te passen aan het formaat van de Ontwerppagina.
  4. Grootte van borduurpatroon
  5. Sleep de schuif om de grijsbalans aan te passen.