Selecteer het geïmporteerde tekstpatroon en klik op de tab [Teksteigenschappen].
Klik in het tekstveld.
Het tekstpatroon wordt weergegeven als stippellijn. De cursor verschijnt aan het eind van de tekst.
Druk op de toets <BackSpace> om de tekst te verwijderen. Klik vervolgens op letters in de letterset om tekst in te voeren. Druk tenslotte op de toets <Enter> om ze toe te passen.
Andere manieren om tekst te bewerken vindt u in het hieronder aangegeven gedeelte.