Stap 2 Ingevoerde tekst bewerken

  1. Selecteer het geïmporteerde tekstpatroon en klik op de tab [Teksteigenschappen].
  2. Klik in het tekstveld.

    Het tekstpatroon wordt weergegeven als stippellijn. De cursor verschijnt aan het eind van de tekst.

  3. Druk op de toets <BackSpace> om de tekst te verwijderen. Klik vervolgens op letters in de letterset om tekst in te voeren. Druk tenslotte op de toets <Enter> om ze toe te passen.

    Andere manieren om tekst te bewerken vindt u in het hieronder aangegeven gedeelte.

    Ingevoerde tekst bewerken