Ingevoerde tekst bewerken

Schakel over op een van de volgende tekstbewerkmodi, en typ de tekst die u nodig hebt met de cursor die verschijnt aan het eind van de tekst.

Het tabblad Teksteigenschappen gebruiken

  1. Selecteer één tekstpatroon.
  2. Klik op de tab [Teksteigenschappen] en vervolgens in het tekstveld.

Werken met de functie Tekst bewerken

  1. Selecteer één tekstpatroon.
  2. Klik op de tab [Tekst] en vervolgens op [Tekst bewerken] in de groep [Bewerken].

Met het toetsenbord

  1. Selecteer één tekstpatroon.
  2. Druk op een lettertoets op het toetsenbord.

De Tekstfunctie gebruiken

  1. Klik op [Tekst] in de groep [Functies] van het tabblad [Beginscherm] en selecteer .
  2. Klik op een tekstpatroon om dit te bewerken.