Ingevoerde tekst bewerken
Schakel over op een van de volgende tekstbewerkmodi, en typ de tekst die u nodig hebt met de cursor die verschijnt aan het eind van de tekst.
Het tabblad Teksteigenschappen gebruiken
- Selecteer één tekstpatroon.
- Klik op de tab [Teksteigenschappen] en vervolgens in het tekstveld.
Werken met de functie Tekst bewerken
- Selecteer één tekstpatroon.
- Klik op de tab [Tekst] en vervolgens op [Tekst bewerken] in de groep [Bewerken].
Met het toetsenbord
- Selecteer één tekstpatroon.
- Druk op een lettertoets op het toetsenbord.
De Tekstfunctie gebruiken
- Klik op [Tekst] in de groep [Functies] van het tabblad [Beginscherm] en selecteer .
- Klik op een tekstpatroon om dit te bewerken.