Borduureigenschappen voor tekst

In de groep Borduren op het tabblad Eigenschappen kunt u de borduureigenschappen (garenkleur en steektype, omtrek en omsloten gebied aan/uit) instellen.

Wanneer tekst is geselecteerd, kunt u instellingen opgeven voor de volgende eigenschappen.

  1. Lijnkleur/Gebiedskleur
    Hiermee stelt u de garenkleur voor omtreklijnen en binnengebieden in.

    Kleur

  2. Steektype lijn
    Hiermee stelt u het steektype voor de omtreklijnen in.
    Alle steektypen zijn beschikbaar voor lijnen in tekst, met uitzondering van ingebouwde lettertypen 025 en 029 en door de gebruiker gedefinieerde lettertypen.

    Steektypen lijn

  3. Steektype gebied
    Hiermee stelt u het steektype voor een binnengebied in.
    [Satijnsteek]
    , [Vulsteek] en [Geprog. vulsteek] zijn beschikbaar voor lijnen in tekst.

    Steektypen gebied

    • Tekstpatronen die zijn gemaakt met ingebouwde lettertypen 025 en 029 of door de gebruiker gedefinieerde lettertypen, hebben alleen een binnengebied. Alleen voor het gebied kunnen een garenkleur en naaitype worden geselecteerd.
    • U kunt borduureigenschappen instellen met Tekst met versteviging. Voor meer bijzonderheden, zie Gebied-borduureigenschappen.
    • Als u lijn borduren wilt uitschakelen, selecteert u [Niet borduren (lijn)] in de selector [Steektype lijn].
    • Als u gebied borduren wilt uitschakelen, selecteert u [Niet borduren (gebied)] in de selector [Steektype gebied].
    • Het aantal mogelijke verschillende borduureffecten hangt af van de geselecteerde combinatie van instellingen voor lijn borduren en gebied borduren.