Teksteigenschappen instellen

U kunt teksteigenschappen opgeven in de selector [Lettertype] en de selector [Tekstgrootte] op het tabblad [Tekst].

Het tabblad [Tekst] verschijnt wanneer u een tekstpatroon of een Tekst-functie selecteert.

Lettertype

Klik op de selector [Lettertype] en selecteer het gewenste lettertype.

  1. Lettertype
    • Ingebouwde lettertypen worden aangegeven met een nummer.
    • geeft aan dat het om een door de gebruiker gedefinieerd lettertype gaat.
    • geeft aan dat het om een TrueType-lettertype gaat.
  2. Voorbeeld van lettertype
    Als er één tekstreeks is geselecteerd, verschijnen de lettertypen in de lijst met de geselecteerde letters.
  3. Naam lettertype
  4. Aanbevolen minimumformaat
  5. Meest recent gebruikte lettertypen
    • Door de gebruiker gedefinieerde lettertypen

      Font Creator

    • TrueType-lettertypen
      De geïnstalleerde TrueType-lettertypen worden weergegeven na de door de gebruiker gedefinieerde lettertypen.
    • Instellingen voor TrueType-lettertypen kunt u wijzigen in het dialoogvenster [Eigenschappen TrueType-lettertype instellen].

      Eigenschappen opgeven voor TrueType-lettertypen

    • Tekst die u hebt gemaakt met bepaalde TrueType-lettertypen kunt u vanwege de vorm van de letter niet converteren tot een borduurpatroon. Deze letters kunt u niet goed borduren. Maak eerst een proeflapje voordat u aan het echte naaiwerk begint.
    • Bovendien kan van sommige TrueType-lettertypen de tekst in het geheel niet worden geconverteerd.

Lettertypefilter

Een lettertype dat is vermeld in de selector [Lettertype] kan worden geselecteerd.

  1. Klik op tekst of een monogram, of selecteer de [Tekst]- of [Monogram]-functie.
  2. Klik op de tab [Tekst].
  3. Klik op naast [Lettertypefilter] in de groep [Lettertype] en klik vervolgens op [Instellingen van lettertypefilter].
  4. Schakel de selectievakjes in voor de lettertypen die u wilt weergeven. Schakel de selectievakjes uit voor de lettertypen die u wilt verbergen.

    Het selectievakje [Monogram] is beschikbaar wanneer een patroon met een monogramlettertype of de [Monogram]-functie is geselecteerd.

  5. Klik op [OK] om de filterinstellingen toe te passen.

    Als u de lettertypen wilt terugzetten op de standaard (alle lettertypen weergegeven), klikt u op [Standaard].

  6. Als u de lettertypen wilt filteren, klikt u op [Lettertypefilter] zodat deze er als volgt uitziet: .
    Wanneer u klikt op de knop, schakelt u tussen lettertypen filteren en lettertypen niet filteren.

    U kunt het lettertypefilter niet toepassen op lettertypen van kleine tekst.

    Kleine tekst

Tekstgrootte

Klik op de selector [Tekstgrootte]. Typ de gewenste hoogte en druk op de toets <Enter> of selecteer de gewenste waarde.

Ingebouwde lettertypen zijn vermeld in de selector [Lettertype] met het aanbevolen minimumformaat. We adviseren u deze lettertypen te gebruiken op dit formaat of groter.

  1. Aanbevolen minimumformaat

Diverse teksteigenschappen opgeven

  1. Selecteer de tekst.
  2. Klik op de tab [Teksteigenschappen].

    Als het deelvenster [Teksteigenschappen] niet wordt weergegeven, klikt u op de tab [Weergave] en op [Eigenschappen] en vervolgens op [Teksteigenschappen].

  3. Wijzig de teksteigenschappen.
    1. Afspatiëring

      0,0 mm

      5,0 mm
      (tussen “A” en “B”)

    2. Verticale verschuiving

      0,0 mm

      2,0 mm

    3. Rotatiehoek

      20°

    4. Tekenafstand

      0,0 mm

      2,0 mm

    5. Regelafstand

      100%

      150%

    6. Uitlijning

      Links

      Centreren

      Rechts

    7. Richting

      Horizontaal

      Verticaal

    8. Omvormen

      Tekst omvormen


    9. Klik hierop om de standaardinstellingen te herstellen.
    10. Tekstplaatsing

      Functie Tekstplaatsing (tekst vervangen)

      • Zowel met [Afspatiëring] als met [Tekenafstand] stelt u de afstand tussen letters in. Het verschil is dat [Tekenafstand] altijd betrekking heeft op het volledige tekstpatroon, terwijl [Afspatiëring] kan worden toegepast op afzonderlijke letters.

        Voor meer bijzonderheden over het selecteren van afzonderlijke letters in een tekstpatroon, zie Afzonderlijke letters bewerken.

      • Instellingen die u opgeeft voor [Afspatiëring], [Verticale verschuiving] en [Rotatiehoek] in het deelvenster [Teksteigenschappen] worden toegepast op alle geselecteerde letters.

Eigenschappen opgeven voor TrueType-lettertypen

  1. Selecteer tekst in een TrueType-lettertype.
  2. Klik op [TTF-instellingen] in de groep [Lettertype].
  3. Selecteer een lettertype-stijl in de selector [Lettertype-stijl], selecteer een tekenset in de selector [Script] en klik op [OK].
    • De instellingen voor [Lettertype-stijl] en [Script] verschillen afhankelijk van het TrueType-lettertype dat u selecteert.
    • Als tekst is geselecteerd die is gemaakt met meerdere TrueType-lettertypen, is deze opdracht niet beschikbaar. Als tekst van hetzelfde lettertype maar met verschillende stijlen of scripts is geselecteerd, worden in dit dialoogvenster de eigenschapinstellingen voor de eerste letter in de tekst weergegeven. In beide bovenstaande gevallen wordt een dialoogvenster met de eigenschappen van één letter weergegeven wanneer u slechts één letter uit de tekst selecteert.

Tekst omvormen

  1. Selecteer de tekst.
  2. Schakel het selectievakje [Omvormen] in en klik op de knop voor de omvormstijl.

    Afhankelijk van de geselecteerde vorm wordt een stippellijn en of rond de tekst weergegeven.

    Een tekstpatroon bevat gegevens voor zowel lijn borduren als gebied borduren. Als u deze opdracht selecteert, ontstaat er misschien ruimte tussen de lijn en het gebied van de tekst, al naargelang de vorm van het lettertype.

  3. Sleep om de tekst om te vormen.
    • kunt u alleen verticaal slepen.
    • kunt u alleen horizontaal slepen.
    • Als u de oorspronkelijke vorm van de omgevormde tekst wilt herstellen, schakelt u het selectievakje [Omvormen] uit.

    Als u hebt geselecteerd in stap 2, kunt u ook onderstaande bewerkingen uitvoeren.

    Sleep , en om de tekst te transformeren.

    : hiermee past u de tekstgrootte aan.

    : hiermee verplaatst u de tekst langs de cirkel.

    : hiermee past u de straal van de cirkel aan.

    Naar gelang de vorm die u hebt geselecteerd onder [Omvormen], worden verschillende handelingen weergegeven om de tekst te bewerken.