Werken met de functie Meten

  1. Klik op de tab [Beginscherm].
  2. Klik op in de groep [Functies].
  3. Klik op de twee punten aan weerszijden van de afstand die u wilt meten.

    De lengte wordt weergegeven in de statusbalk.

    1. Lengte
    2. Breedte
    3. Hoogte
    4. Hoek

    Wanneer de linialen worden weergegeven, klikt u op / om van maateenheid te wisselen tussen millimeter en inch.