Zoomen
Klik hierop om elk patroon te vergroten tot dit het kader opvult.
Tonen op kleurvolgorde
Klik hierop om alle patronen van dezelfde kleur die samen worden geborduurd weer te geven in één kader.
Wanneer meerdere patronen van één kleur worden gecombineerd in één kader, verschijnt links van dat kader.
Klik op om de gecombineerde patronen van één kleur weer te geven in afzonderlijke kaders.
verschijnt onder het eerste kader en elk kader wordt weergegeven met een subnummer achter het eerste. Dit geeft de borduurvolgorde aan binnen de patronen van dezelfde kleur.
Klik op om alle patronen van dezelfde kleur weer te combineren in één kader.
U kunt de borduurvolgorde en de begin- en eindpunten automatisch aanpassen om het aantal garenkleurwisselingen en verspringende steken te beperken.
Klik op om de borduurvolgorde te optimaliseren.
Voor het patroon rechts (de nummers geven de borduurvolgorde aan) wordt de borduurvolgorde aangepast zoals aangegeven in onderstaande illustratie.
De borduurvolgorde wordt aangepast zodat patronen van dezelfde kleur in optimale volgorde worden gegroepeerd.
Bovendien worden patronen van dezelfde kleur geoptimaliseerd, zodat het eindpunt van het vorige patroon en het beginpunt van het volgende patroon het dichtst bij elkaar liggen.
Maar overlappende patronen worden in de geschiktste borduurvolgorde gezet.
U kunt de borduurvolgorde wijzigen door het kader dat het patroon bevat te selecteren en dit kader naar de nieuwe plaats te slepen. De rode lijn die wordt weergegeven, geeft aan naar welke plek het kader wordt verplaatst.
U kunt het kader ook verplaatsen door te klikken op in het deelvenster [borduurvolgorde] en vervolgens op de gewenste opdracht in het menu dat verschijnt.
Eerste borduren
Klik hierop om het geselecteerde patroon te verplaatsen naar het begin van de borduurvolgorde.
Vorige borduren
Klik hierop om het geselecteerde patroon in de borduurvolgorde één plaats naar voren te verplaatsen.
Volgende borduren
Klik hierop om het geselecteerde patroon in de borduurvolgorde één plaats naar achteren te verplaatsen.
Laatste borduren
Klik hierop om het geselecteerde patroon te verplaatsen naar het einde van de borduurvolgorde.
Na het wijzigen van de borduurvolgorde controleert u het stiksel om te zien of overlappende patronen niet worden geborduurd in een onjuiste volgorde.
Om meerdere patronen te selecteren houdt u de toets <Shift> of <Ctrl> ingedrukt terwijl u klikt op de kaders voor de gewenste patronen. Ook kunt u meerdere kaders selecteren door de aanwijzer er overheen te slepen.
Het deelvenster Kleur wordt weergegeven voor de andere deelvensters.
De naaitypeselector voor het geselecteerde kader verschijnt.
Als het deelvenster [Borduureigenschappen] niet wordt weergegeven, klikt u op de tab [Weergave] en op [Eigenschappen] en vervolgens op [Borduureigenschappen].
Steektypen lijn, Steektypen gebied en Borduureigenschappen opgeven
Kaders met patronen die niet worden geborduurd kunt u tonen of verbergen.
Klik op en op [Objecten zonder steken verbergen].
De standaardinstelling is dat kaders met patronen die niet worden geborduurd, worden verborgen.
Wanneer kaders met patronen die niet worden geborduurd worden weergegeven, kunt u dit kader selecteren en het patroon bewerken.
Elk borduurpatroon kan worden getoond of verborgen in de Ontwerppagina. U kunt overlappende borduurpatronen gemakkelijk bewerken als het patroon dat niet wordt bewerkt, verborgen is.
Selecteer een kader en klik op .
U kunt borduurpatronen vergrendelen om te voorkomen dat ze worden verplaatst of verwijderd. U kunt vergrendelde borduurpatronen niet selecteren of bewerken in de Ontwerppagina.
Selecteer een kader en klik op .