Werken met de functie Pannen
Met de functie Pannen kunt u gemakkelijk veranderen welk gedeelte van het werkgebied wordt weergegeven.
- Klik op de tab [Beginscherm].
- Klik op in de groep [Functies].
- Sleep het werkgebied om het gewenste gedeelte te bekijken.
- U kunt het werkgebied ook pannen wanneer elke andere functie is geselecteerd. Hiertoe houdt u de toets <Spatietoets> ingedrukt terwijl u de aanwijzer sleept.
- Als u horizontaal wilt schuiven, houdt u de toets <Alt> ingedrukt terwijl u het muiswieltje draait.