De applicatie voltooien met de borduurmachine

  • Raadpleeg “Applicatiepatronen borduren” in de Bedieningshandleiding van de borduurmachine voor bijzonderheden over het applicatieproces.
  1. Druk op [Borduren].

    • Het borduurscherm verschijnt.
      • Controleer vooraf de borduurvolgorde om de applicatie in de juiste volgorde te borduren.
      • Het is mogelijk dat een borduurpatroon verborgen steken naait op het applicatiemateriaal. Controleer de borduurvolgorde, voordat u begint met borduren. Wijzig de volgorde, zodat de verborgen steken onder het applicatiemateriaal worden genaaid. Raadpleeg de veelgestelde vragen (FAQ) op de Brother support website (https://s.brother/cfdkb/) voor meer informatie over het wijzigen van de borduurvolgorde.
      • Als de applicatie is gesneden met de snijmachine kan [APPLICATIEMATERIAAL] worden overgeslagen.
      • Als er geen correcte volgorde is weergegeven, doorloop dan met (vooruit/terugtoets) een aantal steken voor of achteruit in het patroon.
        (Borduurvolgordetoets) op het bewerkingsscherm kan helpen bij het wijzigen van de borduurvolgorde. Hef de groep van het patroon op om de borduurvolgorde te wijzigen.
  2. Naai de applicatiepositie op de basisstof.

  3. Bevestig de applicatie, uitgelijnd met het applicatiepositiestiksel.

    Als er dubbelzijdige strijkbare versteviging aan de applicatie is bevestigd; strijk de applicatie op de stof.
    De applicatie kan ook worden vastgezet met textiellijm of rijgsteken.

  4. Borduur de applicatie.

  5. Voltooi het borduren van de rest van het borduurpatroon.