Een borduurpatroon (verzonden van de borduurmachine) snijden met de snijmachine

  1. Tik op op de startpagina en tik vervolgens op de toets [My Connection].

  2. Tik op de toets [Ophalen].

  3. Tik op de toets [Appar. vr. WLAN Draadl. verb.].

    1. Haal de gegevens in de tijdelijke data opslag (Artspira-server) op.
    2. Haal de gegevens op die zijn bewerkt met de functie [My Connection] en opgeslagen in het geheugen van de snijmachine.
  4. Tik op .

    1. Converteert de borduurgegevens naar snij/tekengegevens.
    2. Maakt snijgegevens voor een applicatiestuk.
  5. Wijzig eventueel de grootte van het patroon en tik vervolgens op de toets [OK].

  6. Selecteer de detectiemethode en tik vervolgens op de toets [OK].

    Selecteer (gebiedsdetectie) in dit voorbeeld.

    • Raadpleeg “Borduurlijngegevens maken” in de Bedieningshandleiding van de snijmachine voor bijzonderheden over detectiemethoden.
  7. Tik op de toets [Instellen] om door te gaan naar het matweergavescherm.

  8. Tik op de toets [Bewerken] en vervolgens op de toets [Object bewerken].

  9. Om de snijlijnen te optimaliseren, tikt u op en selecteer vervolgens een instelling voor [Egalisatie]. Tikt u op de toets [OK], zodra de instellingen zijn ingegeven.

    Selecteer [Laag] in dit voorbeeld.

  10. Bewerk eventueel het patroon.

    Tik in dit voorbeeld op om het patroon te spiegelen, aangezien het zal worden gesneden uit opstrijkbaar transfermateriaal.

  11. Tik op de toets [OK] om door te gaan naar het voorbeeldscherm.

    Tik op de toets [Opslaan] om de gegevens op te slaan. Tikt u op de toets [Machine-geheugen] om de opgeslagen gegevens op te halen (zie stap 3).

  12. Breng het materiaal aan op de juiste mat en voer de mat in (op de snijmachine).

  13. Plaats de voor het materiaal geschikte meshouder en snij het materiaal.