Kies een verbindingsmethode voor de draadloze verbinding tussen de printer en uw Apple-apparaat.
Als u een draadloze router of draadloos toegangspunt hebt>>

Als u geen draadloze router of draadloos toegangspunt hebt>>

Als u een draadloze router of draadloos toegangspunt hebt

Verbinding maken via een draadloze router of draadloos toegangspunt (infrastructuurmodus)

Ga als volgt te werk als u een draadloze router of draadloos toegangspunt hebt:

1. Breng een verbinding tot stand tussen uw printer en draadloze router/toegangspunt.
    
2. Breng een verbinding tot stand tussen uw mobiele apparaat en dezelfde draadloze router of hetzelfde draadloze toegangspunt. (U kunt deze stap overslaan als uw apparaat al verbinding heeft met een Wi-Fi®-netwerk.)


3. U kunt nu draadloos afdrukken vanaf uw mobiele apparaat.
   

Verbinding maken via een draadloze router of draadloos toegangspunt (WPS)
Ga als volgt te werk als uw draadloze router/toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup™) ondersteunt:

1. Controleer eerst of uw draadloze router of toegangspunt het WPS-symbool heeft. Zet de printer vlak bij uw draadloze router/toegangspunt.

   WPS

2. Druk op de WPS-knop op uw draadloze router/toegangspunt.
    
3. Druk op de printer op de knop [Menu] gevolgd door [▼] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
    
4. Druk op de knop [▼] om het menu [WPS] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
    
5. Selecteer [Start] en druk vervolgens op de knop [OK].
    
6. Zodra er verbinding is, wordt het WLAN-pictogram () weergegeven op het printerdisplay.
   Als het WLAN-pictogram () niet wordt weergegeven op het printerdisplay
   Ga naar 'De printer met behulp van uw computer verbinden met uw draadloze router/toegangspunt'.
    
7. Breng een verbinding tot stand tussen uw mobiele apparaat en uw draadloze router/toegangspunt.  (U kunt deze stap overslaan als uw apparaat al verbinding heeft met een Wi-Fi-netwerk.)
   1. Tik op [Instellingen] - [Wi-Fi] op het mobiele apparaat en verschuif de knop om Wi-Fi in te schakelen.
   2. Selecteer de SSID (netwerknaam) van de draadloze router of het draadloze toegangspunt waarmee u in stap 6 verbinding hebt gemaakt en voer het wachtwoord in. Er wordt nu een verbinding tot stand gebracht tussen uw mobiele apparaat en uw draadloze router/toegangspunt.

8. U kunt nu draadloos afdrukken vanaf uw mobiele apparaat.

De printer met behulp van uw computer verbinden met uw draadloze router/toegangspunt

1. Breng een verbinding tot stand tussen uw computer en draadloze router/toegangspunt. (U kunt deze stap overslaan als uw apparaat al verbinding heeft met een Wi-Fi-netwerk.)
    
2. Breng een verbinding tot stand tussen uw Brother-printer en dezelfde draadloze router of hetzelfde draadloze toegangspunt.
    
3. Sluit uw printer en computer op elkaar aan.
    
4. Breng een verbinding tot stand tussen uw mobiele apparaat en dezelfde draadloze router of hetzelfde draadloze toegangspunt.
    
5. Breng een verbinding tot stand tussen uw mobiele apparaat en printer.
   

1. Download de printerdriver uit het gedeelte [Downloads] van deze website.
    
2. Dubbelklik op het gedownloade bestand om de installatie te starten.
    
3. Klik op [Volgende].
   
    
4. Wanneer het scherm voor het selecteren van de verbindingsmethode wordt weergegeven, selecteert u [Draadloze netwerkverbinding] en klikt u op [Volgende].
   Bijv. RJ-2150
   
    
5. Lees de bevestiging en klik op [Volgende].
   
    
6. Selecteer [Brother Peer-to-Peer netwerkprinter] en klik op [Volgende].
   
    
7. Selecteer [Wijzig de poortinstellingen van de firewall om netwerkverbinding mogelijk te maken en ga door met de installatie. (Aanbevolen) en klik op [Volgende].
   
    
8. Bereid de USB-kabel voor, selecteer [Ja, ik heb een USB-kabel voor gebruik bij de installatie] en klik op [Volgende]. Volg de instructies op het scherm.
   
    
9. De wizard gaat op zoek naar de draadloze netwerken die beschikbaar zijn voor de printer. 
    
10. Selecteer de SSID (netwerknaam) die u eerder hebt genoteerd en klik op [Volgende].
    
     
11. Typ de netwerksleutel (het wachtwoord) en klik op [Volgende].
    
     
12. Controleer goed of de SSID (netwerknaam) klopt, selecteer [Ja, ik wil het apparaat verbinden met dit draadloze netwerk.] en klik vervolgens op [Volgende].
    
    　　

13. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie van de software te voltooien.
    　　　

14. Wanneer de installatie klaar is, klikt u op [Voltooien] om het installatievenster te sluiten.
    　　　

15. Wanneer de printer verbinding heeft met uw draadloze router/toegangspunt, wordt het WLAN-pictogram () weergegeven op het printerdisplay.
     

16. Breng een verbinding tot stand tussen uw mobiele apparaat en uw draadloze router/toegangspunt.  (U kunt deze stap overslaan als uw apparaat al verbinding heeft met een Wi-Fi-netwerk.)
    1. Tik op [Instellingen] - [Wi-Fi] en verschuif de knop om Wi-Fi in te schakelen.
    2. Selecteer de SSID waarmee u in stap 9 verbinding hebt gemaakt. Er wordt nu een verbinding tot stand gebracht tussen uw apparaat en uw draadloze router/toegangspunt.
17. U kunt nu draadloos afdrukken vanaf uw mobiele apparaat.

Als u geen draadloze router of draadloos toegangspunt hebt

Verbind de printer met uw computer met behulp van Wireless Direct

1. Download de printerdriver en Printer Setting Tool uit het gedeelte [Downloads] van deze website en installeer deze tool op voorhand.
    
2. Zet de printer aan.


3. Controleer de instellingen van de printer voor Wireless Direct.
   Met de printer
   1. Druk op de printer op de knop [Menu] gevolgd door [▼] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
   2. Druk op de knop [▼] om het menu [Modus] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
   3. Selecteer [Direct] en druk vervolgens op de knop [OK]. Het pictogram Wireless Direct () wordt weergegeven op het display.
   Voor computers
   1. Sluit de printer met een USB-kabel aan op uw computer. Start Printer Setting Tool op uw computer en klik op de knop [Communicatie-instellingen].
   2. Controleer of [Wireless Direct] is geselecteerd bij [Geselecteerde interface] op het tabblad [Algemeen]. Zie 'Communicatie-instellingen gebruiken (voor Windows)' voor meer informatie.
4. Druk op de printer op de knop [Menu] gevolgd door [▼] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK]. Zet [Aan/Uit] op [Aan].
    
5. Gebruik uw computer of mobiele apparaat om de SSID (netwerknaam) van uw printer te selecteren. Voer zo nodig het wachtwoord in.
    
   • SSID (netwerknaam): [DIRECT-*****_RJ-XXXX]
   • Wachtwoord: zie de onderstaande tabel. (Hierbij staat ***** voor de laatste vijf cijfers van het serienummer.)

     RJ-2150	215*****
     RJ-2140	214*****
     RJ-2050	205*****

   • Kunt u het serienummer niet vinden? Raadpleeg dan 'Waar vind ik het serienummer van mijn Brother-printer?'.
   • Als u een wachtwoord hebt opgegeven met de communicatie-instellingen, voer dan het wachtwoord in.
6. Breng een verbinding tot stand tussen uw mobiele apparaat en de printer.
   1. Tik op [Instellingen] - [Wi-Fi] op het mobiele apparaat en verschuif de knop om Wi-Fi in te schakelen.
   2. Selecteer de SSID (netwerknaam) van de printer uit de weergegeven opties. Er wordt nu een verbinding tot stand gebracht tussen uw mobiele apparaat en de printer.

7. U kunt nu via Wireless Direct afdrukken vanaf uw mobiele apparaat.