1. Kijk wat op het display staat:
   
   
   1. Als op het display de datum en tijd of een status worden weergegeven (Toner op of Fax in geheugen bijvoorbeeld), gaat u naar stap 2.
      
      
   2. Als op het display een foutmelding wordt weergegeven, raadpleeg dan de veelgestelde vragen en probleemoplossing.
      
      
   3. Als het display leeg is, controleert u of de stekker in het stopcontact zit. Als de stekker van het netsnoer in een overspanningsbeveiliging of voedingsschakelaar zit, moet u de stekker hieruit verwijderen en rechtstreeks in het stopcontact steken. Als de datum en tijd nu worden weergegeven, is er een probleem met de overspanningsbeveiliging of voedingsschakelaar. Probeer een ander stopcontact als het display leeg blijft. Als de datum en tijd worden weergegeven wanneer u een ander stopcontact gebruikt, is er een probleem met het eerste stopcontact. Als het display leeg blijft, moet het apparaat misschien worden gerepareerd.
      

2. Controleer alle eventuele splitters, onderdelen voor een gedeeld gebruik van communicatiepoorten, voicemailsystemen, speciale telefoondiensten enzovoort. Ontdoe de telefoonlijn van al deze extra dingen. Controleer of de met LINE aangegeven aansluiting op het apparaat rechtstreeks is verbonden met de wandcontactdoos.
   

3. Controleer of het apparaat een kiestoon heeft. Neem, wanneer het apparaat rechtstreeks met de wandcontactdoos is verbonden, de hoorn van de externe telefoon van de haak of druk op Telefoon/Intern en controleer of u een kiestoon hoort. Ga naar stap 5 als u een kiestoon hoort. Ga naar stap 4 als u geen kiestoon hoort.
   

4. Controleer of het telefoonstopcontact wel een kiestoon geeft. Ontkoppel het apparaat van het telefoonstopcontact en sluit een telefoon waarvan u weet dat hij het doet, aan op het telefoonstopcontact. Gebruik ook een telefoonsnoer waarvan u weet dat het werkt. Neem de hoorn van de haak en controleer of u een kiestoon hoort.
   
   
   1. Als de wandcontactdoos een kiestoon geeft, moet uw apparaat misschien worden gerepareerd.
      
      
   2. Als het telefoonstopcontact geen kiestoon geeft, probeer dan een ander telefoonsnoer tussen het telefoonstopcontact en de normale telefoon. Als u nog steeds geen kiestoon hoort, is er een probleem met de lijn. Neem contact op met uw telefoonbedrijf.
      

5. Controleer of de antwoordmodus goed staat op de FAX/MFC.
   Dit hangt af van andere apparaten/diensten op dezelfde lijn als de FAX/MFC.
   
   
   • Alleen Fax
     In deze instelling neemt de FAX/MFC elke oproep automatisch aan als faxoproep. U kunt geen inkomende gesprekken ontvangen, maar u kunt wel zelf een uitgaand gesprek beginnen.
     
     
   • Fax/Telefoon
     In deze modus neemt de FAX/MFC elke oproep automatisch aan na het ingestelde aantal keren overgaan (tenzij u eerder opneemt). U stelt dus in hoe vaak het apparaat en alle toestellen overgaan voordat het apparaat de oproep aanneemt. Als het een faxbericht is, wordt dat afgedrukt. Als het een gewoon gesprek is, laat het apparaat een dubbel belsignaal horen dat anders is dan het normale belsignaal van het telefoonbedrijf.
     
     
   • Ant:Antwoordapp.
     Dit is de enige instelling die kan worden gebruikt in combinatie met een extern antwoordapparaat. Het antwoordapparaat wordt aangesloten op de FAX/MFC en neemt elke oproep aan (tenzij u eerst aanneemt). Zodra het antwoordapparaat aanneemt, luistert de FAX/MFC op de achtergrond naar een faxsignaal. Zodra een faxsignaal wordt gedetecteerd, wordt de ontvangstmodus geactiveerd. Als geen faxsignaal wordt gedetecteerd, doet het apparaat niets en kan de beller een boodschap inspreken.
     
     
   • Handmatig
     In deze instelling neemt de FAX/MFC geen enkele inkomende oproep automatisch aan (tenzij bij gebruik van onderscheiden belsignalen (Distinctive Ring)).

6. Als het apparaat deel uitmaakt van een doorschakelsysteem, sluit het apparaat dan aan op de laatste lijn van dit systeem. Het faxapparaat mag niet worden doorgegeven naar een andere lijn.
   

7. Zend een testfax naar uw apparaat.
   
   

   1. Wijzig eerst het aantal keren dat het apparaat overgaat. Als de antwoordmodus op Handmatig staat, wijzigt u het aantal keren overgaan niet en gaat u meteen naar stap b. Als de antwoordmodus op Alleen Fax of Fax/Telefoon staat, zet u het aantal keren overgaan op 1. Als de antwoordmodus op Ant:Antwoordapp. staat, zet u het aantal belsignalen in het antwoordapparaat op 2. Zo zorgt u ervoor dat de testfax zo snel mogelijk wordt beantwoord. De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak het apparaat moet overgaan voordat de oproep wordt aangenomen.
      
      
   2. Vervolgens kunt u contact opnemen met iemand en hem of haar vragen u een fax te sturen.
      
      
   3. Als u de testfax goed ontvangt, werkt het apparaat normaal. Vergeet niet de belvertraging of de instelling van het antwoordapparaat terug te zetten. Als u problemen met de ontvangst blijft hebben na het terugzetten van de instelling, dan wordt de faxontvangst op uw locatie gestoord door een persoon die of apparaat dat de lijn aanneemt voordat het Brother-apparaat het faxbericht kan aannemen.
      

8. Maak een kopie om de afdrukfunctie te testen. Pak een stuk papier waarop iets staat en leg dit met de beschreven zijde naar boven in de automatische documentinvoer (ADF). Druk op de knop Kopie. Druk op Stop/Eindigen om het origineel vrij te geven. Als de afdrukfunctie niet werkt, moet het apparaat misschien worden gerepareerd.
   

9. Controleer of de persoon die wil faxen wel het juiste nummer kiest en of u deze persoon wel het juiste faxnummer hebt gegeven. Als u een tweede telefoonnummer of mobiele telefoon bij de hand hebt, kunt u het nummer zelf testen. Kies uw faxnummer vanaf het tweede telefoonnummer of met de mobiele telefoon alsof u een fax verzendt. Neem het externe toestel op en/of druk op de knop Telefoon/Intern. Ga na of u op de telefoon hetzelfde hoort als op de FAX/MFC. Bijvoorbeeld: als u de lijn op de telefoon wel hoort overgaan maar niet op de FAX/MFC, dan is er een probleem met de lijn of het nummer dat u kiest. In dit geval moet u contact opnemen met uw telefoonbedrijf.
   

10. Test het apparaat op een andere wandcontactdoos met een ander telefoonnummer om na te gaan of er geen probleem is met de huidige telefoonlijn. Als het apparaat op een andere lijn wel goed kan ontvangen, moet u contact opnemen met uw telefoonbedrijf om de lijn te laten nakijken.
    

Als u na de bovenstaande stappen problemen blijft hebben met het ontvangen van faxen, moet uw apparaat misschien worden gerepareerd.