Stel een netwerkprofiel in om gescande gegevens rechtstreeks over te brengen naar een map op een gekoppeld netwerkstation (CIFS-server).

1. Start uw webbrowser.
   Typ 'http://IP-adres van apparaat/' in uw browser ('IP-adres van apparaat' is het concrete IP-adres van uw Brother-apparaat).
   Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
   Als u eerder een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit wachtwoord in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scan.
3. Klik op het menu Scannen naar FTP/SFTP/netwerk in de navigatiebalk aan de linkerkant.
4. Selecteer de optie Netwerk en klik vervolgens op Indienen.
5. Klik op het menu Scannen naar FTP/SFTP/netwerkprofiel in de navigatiebalk aan de linkerkant.
6. Selecteer het profiel dat u wilt wijzigen.
   
   Het scherm met profielinstellingen wordt weergegeven.
7. Typ in het veld Profielnaam een naam voor dit serverprofiel (maximaal 14 alfanumerieke tekens).
   Het apparaat laat deze naam zien op het display.
8. Typ in het veld Netwerkmapnaam het pad naar de map op het gekoppelde netwerkstation (CIFS-server) waarin u uw scans wilt opslaan.
9. Klik op de keuzelijst Kwaliteit en selecteer de gewenste kwaliteit. Wanneer Auto is geselecteerd, kunt u het detectieniveau bijregelen in de keuzelijst Aanpassing van automatische kleurdetectie.
10. Klik op de keuzelijst Bestandstype en selecteer vervolgens het bestandstype dat u voor het gescande document wilt gebruiken.
11. Klik op de keuzelijst Documentgrootte en selecteer de gewenste grootte. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het scanbestand het juiste formaat heeft.
12. Voer bij Marge-instellingen een waarde van -3 tot 3 in om meer of minder marge te krijgen aan de rand van de afbeelding.
13. Klik op de keuzelijst Bestandsgrootte en selecteer de gewenste grootte.
14. Selecteer Aan bij Lege pag. overslaan om lege pagina's te verwijderen uit het scanresultaat.
15. Klik op de keuzelijst Gevoeligheid geen lege pagina en selecteer een waarde tussen -5 en 5.
16. Klik op de keuzelijst 2-zijdige scan.
17. Klik op de keuzelijst Helderheid en selecteer de gewenste helderheid.
18. Klik op de keuzelijst Contrast en selecteer het gewenste contrast.
19. Selecteer Aan bij Doorlopende scan om te blijven scannen.
20. Typ in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam (max. 96 tekens) die het recht heeft om gegevens weg te schrijven naar de map die in het veld Netwerkmapnaam is opgegeven. Als de gebruikersnaam deel uitmaakt van een domein, voer dan de gebruikersnaam in op een van de volgende manieren:
    gebruiker@domein
    domein\gebruiker
21. Typ in het veld Wachtwoord het wachtwoord (max. 33 tekens) dat hoort bij de gebruikersnaam die u hebt ingevoerd in het veld Gebruikersnaam. Typ het wachtwoord nog een keer bij Wachtwoord opnieuw invoeren.
22. Klik op Indienen.
23. U moet de SNTP-server (netwerktijdserver) configureren of u moet de datum, tijd en tijdzone goed instellen op het bedieningspaneel.