Doe het volgende:

Annuleer de afdruktaak en zet het apparaat uit. Schakel het apparaat in en probeer opnieuw af te drukken.

1. Is er een kabel los?
2. Knippert het statuslampje?
3. Zijn de boven- en onderklep goed gesloten?
4. Zijn de tapecassette en de inktlintcassette geplaatst?
5. Is de papierkernhouder vergrendeld?
6. Is er nog resterend inktlint en resterende tape?
7. Drukt u af via het netwerk?

1. Is er een kabel los?
   Controleer of de kabels goed zijn aangesloten.
2. Knippert het statuslampje?
   Er is een fout opgetreden. Voer de instructies uit bij de foutmelding die op het LCD-scherm is weergegeven.
3. Zijn de boven- en onderklep goed gesloten?
   Druk op de boven- en onderklep tot ze vastklikken.
4. Zijn de tapecassette en de inktlintcassette geplaatst?
   Controleer of de tapecassette en de inktlintcassette zijn geplaatst.
   Voor meer informatie over het vervangen van deze "Plaats de tapecassette." en "De inktlintcassette plaatsen".
5. Is de papierkernhouder vergrendeld?
   Controleer of de papierkernhouder is vergrendeld. Zie voor meer informatie.Reinig de papierkernhouder.".
6. Is er nog resterend inktlint en resterende tape?
   Controleer of er nog resterend inktlint en resterende tape is.
   De resterende hoeveelheden tape en inkt worden weergegeven op het hoofdscherm op het LCD-scherm. U kunt de resterende hoeveelheid ook schatten aan de hand van de markeringen op de tapecassettes en inktlintcassettes.
7. Drukt u af via het netwerk?
   Klik hier om te zien wat de mogelijke problemen zijn als u via het netwerk afdrukt.