De printer kan weliswaar worden geconfigureerd voor een vast netwerk en een draadloos netwerk, maar er kan altijd maar één type verbinding tegelijk worden gebruikt. Wanneer draadloos wordt ingeschakeld, wordt het vaste netwerk (Ethernet) uitgeschakeld. Wanneer het vaste netwerk (Ethernet) wordt ingeschakeld, gaat de draadloze verbinding uit.

<Van vast naar draadloos en omgekeerd>

Zodra u de Ethernet-kabel uit de printer trekt, wordt het draadloze netwerk ingeschakeld.
Omgekeerd wordt het vaste netwerk ingeschakeld zodra u de netwerkkabel in de printer steekt.

Als u de knop Go ongeveer 13 seconden ingedrukt houdt, wordt de pagina met netwerkinstellingen afgedrukt. Wanneer u Go vervolgens loslaat, wordt van vast overgeschakeld op draadloos, ook al is de Ethernet-kabel nog steeds aangesloten.

Als u de knop Go opnieuw ongeveer 13 seconden ingedrukt houdt, wordt het vaste netwerk ingeschakeld.