Volg de onderstaande stappen om te controleren of de inktcartridges goed geïnstalleerd zijn:

1. Open het scannerdeksel door het vanaf de rechterkant op te tillen. Het deksel moet stevig in de geopende stand kunnen blijven staan.
   
   
2. Verwijder de inktcartridge die niet afdrukt door de vergrendeling (die over de rand van de inktcartridge zit) naar u toe te trekken en de cartridge uit de printer te halen.
   
   
3. Installeer de inktcartridge opnieuw en druk er goed op. Druk de de vergrendeling tegen de cartridge om ervoor te zorgen dat de vergrendeling echt goed over de bovenrand van de cartridge valt.
   
   
4. Til het scannerdeksel iets op om het los te maken. Duw de steun vervolgens naar beneden en sluit het scannerdeksel.
   
   
5. Het faxapparaat moet nu automatisch een reinigingscyclus uitvoeren. Op het display verschijnt afwisselend Reinigen en Wachten a.u.b. Na deze reiniging worden opnieuw de datum en tijd weergegeven op het display. Druk het vel voor controle van de kwaliteit af en kijk of alle kleuren nu aanwezig zijn:
   
   
   1. Druk op de knop Ink, Ink/Reports, Ink Management/Reports of Ink Management.
   2. Ga met de navigatietoets omhoog/omlaag naar Testafdruk.
   3. Druk ter bevestiging op Menu/Set.
   4. Ga met de navigatietoets omhoog/omlaag naar Printkwaliteit.
   5. Druk ter bevestiging op Menu/Set. Druk op Color(Colour) Start om het testvel af te drukken.

Als een of meer kleuren nog steeds ontbreken in de afdruk, kan het nodig zijn dat u de printkop reinigt. Bij het reinigen van de printkop kunt u ervoor kiezen om alleen zwart te reinigen, om drie kleuren tegelijk (cyaan, geel en magenta) te reinigen en om alle vier de kleuren tegelijk te reinigen. Voor dit probleem raden wij u aan om alleen de getroffen kleur te reinigen. Selecteer Alle als er meerdere kleuren ontbreken. Volg de onderstaande stappen om de printkop te reinigen:

Printkop reinigen

1. Druk op de knop Ink, Ink/Reports, Ink Management/Reports of Ink Management.
   
   
2. Ga met de navigatietoets omhoog/omlaag naar Reinigen.
   
   
3. Druk ter bevestiging op Menu/Set.
   
   
4. Ga met de navigatietoets omhoog/omlaag naar de kleur die niet wordt afgedrukt
   -OF-
   Selecteer Alle als meerdere kleuren niet goed worden afgedrukt.
   
   
5. Druk ter bevestiging op Menu/Set.
   
   
6. Het apparaat moet nu automatisch een reinigingscyclus uitvoeren. Op het display verschijnt afwisselend Reinigen en Wachten a.u.b. Na deze reiniging worden opnieuw de datum en tijd weergegeven op het display.
   
   
7. Druk het vel voor controle van de kwaliteit af en kijk of alles nu goed is.
   
   
   1. Druk op de knop Ink, Ink/Reports, Ink Management/Reports of Ink Management.
   2. Ga met de navigatietoets omhoog/omlaag naar Testafdruk.
   3. Druk ter bevestiging op Menu/Set.
   4. Ga met de navigatietoets omhoog/omlaag naar Printkwaliteit.
   5. Druk ter bevestiging op Menu/Set. Druk op Color(Colour) Start om het testvel af te drukken.

Als een of meer kleuren nog steeds ontbreken in de afdruk, voert u de bovenstaande stappen voor het reinigen van de printkop opnieuw uit (maximaal vier keer). Druk na elke reinigingscyclus het controlevel af om te kijken of er verbetering is.