Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Bij [Instelling papierformaat] in Printer Instelling Tool kunt u papierformaten toevoegen die niet beschikbaar zijn in de lijst Papierformaat van de printerdriver.
Als u afdrukt op een papierformaat dat niet bij de printer is geregistreerd, levert dat wellicht onjuiste resultaten op.

Controleer de volgende punten:

1. Huidige instellingen
   Weergave van de huidige instellingen voor het geselecteerde papierformaat.

   De instelling [Energieverbruik] heeft gevolgen voor de afdrukdichtheid. Deze instelling heeft voorrang op de [Afdrukdichtheid] in Apparaatinstellingen.
   Mogelijke waarden: 1 – 30

2. Nieuw
   Klik op deze knop om het dialoogvenster [Nieuw] te openen en een nieuw papierformaat te registreren.

   Voeg geen papierformaat toe dat al geregistreerd is, want dat kan tot onjuiste afdrukresultaten leiden. Als u papier wilt gebruiken met hetzelfde formaat als een eerder geregistreerd type papier, selecteert u het gewenste formaat in de lijst [Geregistreerde papierformaten] in het dialoogvenster [Instelling papierformaat] en past u de instellingen aan in het dialoogvenster [Afsluiten].

3. Bewerken
   Hiermee kunnen de instellingen voor het geselecteerde papierformaat worden bewerkt.
   Klik op [Overschrijven] om het geselecteerde papierformaat met de nieuwe instellingen op te slaan. Als u een papierformaat met de nieuwe instellingen wilt toevoegen, wijzigt u de naam in het vak [Naam papierformaat] en klikt u vervolgens op [Toevoegen].


4. Verwijderen
   Hiermee verwijdert u het geselecteerde papierformaat. Een verwijderd papierformaat kunt u niet meer terughalen.


5. Importeren
   Het tekstbestand met de instellingen voor het papierformaat wordt gelezen en de inhoud van de lijst [Geregistreerde papierformaten] wordt aangepast.

   Wanneer de lijst wordt geïmporteerd, wordt de volledige inhoud van de lijst [Geregistreerde papierformaten] vervangen door de geïmporteerde papierformaten.

6. Exporteren
   Hiermee worden de papierformaten uit de [Geregistreerde papierformaten] opgeslagen in een bestand. De geëxporteerde formaten kunnen zo worden gedistribueerd naar andere computers.


7. Afsluiten
   Het venster [Instelling papierformaat] wordt gesloten. U keert terug naar het hoofdvenster van Printer Setting Tool.


8. Optie
   Klik op de knop ▼ en selecteer een bewerking.
   Klik op [Meld het papierformaat aan bij de Printer] om de instellingen voor het geselecteerde papier te registreren voor de printer.
   Klik op [Opslaan in opdrachtbestand] om de instellingen voor het papierformaat te exporteren als opdrachtbestand. (De bestandsextensie is '.bin'.)
   • Wanneer het papierformaat bij de printer is geregistreerd en u klikt op [Sluiten], wordt het dialoogvenster [Instelling papierformaat] weergegeven met het toegevoegde papierformaat in de lijst [Geregistreerde papierformaten]. Als de software actief is, moet u deze eerst afsluiten en opnieuw starten voordat het nieuwe papierformaat in de lijst wordt weergegeven.
   
   
   • Met de volgende functies kunt u de instellingen snel en eenvoudig toepassen op de printer.
     • Massaopslag
     • Bluetooth^® (Object Push Profile (OPP)) (alleen Bluetooth-modellen)
     • Wi-Fi® (File Transfer Profile (FTP)) (alleen Wi-Fi-modellen)
   • Deze opdrachten zijn alleen bedoeld voor het toepassen van instellingen op een printer. Deze opdrachten kunnen niet worden geïmporteerd in Instelling papierformaat.