Met deze functie kunt u diverse labels maken op basis van ingebouwde sjablonen.
Deze sjablonen zijn beschikbaar bij gebruik van tape van 12 mm (0,47″) breed.
Volg de onderstaande stappen als u de functie Tekstlabel wilt gebruiken.
Voorbeeld:
(sjabloon met één afbeelding die wordt herhaald)
-
Druk op de toets [Menu] (
).
-
Druk op de cursortoets (
) om [Decoraties] te selecteren.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Selecteer cat.] wordt weergegeven.
-
Druk op de cursortoets (
) om [Tekst] te selecteren.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Selecteer design] wordt weergegeven.
-
Druk op de cursortoets (
) totdat
wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Tekst invoeren] wordt weergegeven.
-
Wis de tekst en voer de tekst in die u wilt afdrukken.
-
Tijdens het invoeren van tekst kunt u geen instellingen opgeven voor Lettertype, Grootte, Opmaak en Kader.
-
Als u tekst wilt wissen, plaatst u de cursor rechts van de tekst die u wilt wissen en drukt u vervolgens op de toets [Backspace] (
/
).
-
Als u de volledige tekst wilt wissen, drukt u op toets [Wissen] (
/
). Vervolgens wordt 'Alles wissen' weergegeven. Druk op de toets [OK] (
) om te wissen. Druk op de toets [Escape] (
) om te annuleren.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Lengte instellen] wordt weergegeven.
-
Druk op de cursortoets (
) of de cijfertoetsen om de gewenste labellengte te selecteren: [Automatisch] of 30 – 999 mm (1,2″ - 39,0″)
-
Druk op de spatiebalk om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling voor de modus 'Lengte label'. De oorspronkelijke instelling is [Automatisch].
-
Als u een labellengte instelt die langer is dan standaard ([Automatisch]), wordt het tekstlabel herhaaldelijk afgedrukt binnen de ingestelde lengte. Mogelijk wordt, afhankelijk van de ingestelde lengte, het tekstlabel niet volledig afgedrukt.
-
De beschikbare instelling voor de labellengte verandert afhankelijk van het aantal teksten dat u hebt ingevoerd.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Afdrukken] wordt weergegeven.
Druk op de voorbeeldtoets (
/
) wanneer [Afdrukken] op het display wordt weergegeven om een afdrukvoorbeeld van een label weer te geven.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Exemplaren:] wordt weergegeven.
-
Druk op de cursortoets (
) of de cijfertoetsen om het aantal exemplaren in te stellen tussen 1 tot en met 9.
-
Druk op de toets [OK] (
).
-
Ga op een van de volgende manieren te werk om de sjablonen te verlaten en terug te keren naar het tekstinvoerscherm.
-
Druk op de toets [Escape] (
).
-
Druk op de cursortoets (
) om [Afsluiten] te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK] (
) wanneer [Afdrukken] wordt weergegeven.
-
Labels die zijn gemaakt op basis van een sjabloon kunt u niet opslaan in het geheugen.
-
U kunt de sjablonen niet bewerken.
-
Wanneer u sjablonen voor tekstlabels opent, wordt automatisch de meest recente labellengte van uw afgedrukte tekstlabels ingesteld.