PT-D210
 |
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Het gebruik van de functie Tekstlabel
Zo gebruikt u de functie Tekstlabel:
-
Druk op de toets [Sjabloonbibliotheek] (
/ 
).
[Selecteer cat.] wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [Cursor] (
) totdat [Tekst] wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Selecteer design] wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [Cursor] (
) totdat het gewenste ontwerp wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Invoer tekst 1] wordt weergegeven.
-
Wis de tekst en voer de tekst in die u wilt afdrukken.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Invoer tekst 2] wordt weergegeven.
-
Wis de tekst en voer de tekst in die u wilt afdrukken.
Als u een ontwerp hebt geselecteerd waarvoor invoer van 'tekst 2' niet nodig is, wordt [Afdrukken] weergegeven in plaats van [Invoer tekst 2].
Ga naar stap 10.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Afdrukken] wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [OK] (
).
Voorbeeld (een sjabloon met twee lettertypen):
Voor dit label:
-
Druk op de toets [Sjabloonbibliotheek] (
/ 
).
[Selecteer cat.] wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [Cursor] (
) totdat [Tekst] wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Selecteer design] wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [Cursor] (
) totdat 
wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Invoer tekst 1] wordt weergegeven.
-
Wis de tekst en voer 'File' in.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Invoer tekst 2] wordt weergegeven.
-
Wis de tekst en voer 'No. 1' in.
-
Druk op de toets [OK] (
).
[Afdrukken] wordt weergegeven.
-
Druk op de toets [OK] (
).
- Bij sjablonen met twee lettertypen en een kader en sjablonen met twee lettertypen op twee regels werkt dit op ongeveer dezelfde manier.
- Sjablonen zijn alleen beschikbaar bij gebruik van tape van 12 mm (0,47″) breed.
- Labels die zijn gemaakt op basis van een sjabloon kunt u niet opslaan in het geheugen.