HL-3040CN
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt, probeert de printerdriver te bepalen of uw documenten in kleur of zwart-wit zijn. Hiervoor wordt gekeken naar de aanwezigheid van kleurgegevens. Vervolgens weet het apparaat welke tonercartridges nodig zijn. Soms bevat een document kleurgegevens terwijl het gewoon een zwart-witdocument lijkt (bijvoorbeeld grijze delen kunnen uit allerlei kleuren zijn samengesteld). Als de printerdriver kleurgegevens in uw document aantreft, worden voor die afdruktaak alle vier de tonercartridges gebruikt.
U kunt een instelling in de printerdriver aanpassen om ervoor te zorgen dat het apparaat alle documenten behandelt alsof ze alleen zwart-witgegevens bevatten. Zo worden uw kleurencartridges niet opgebruikt tijdens het afdrukken.
Een instelling wijzigen in de printerdriver:
Opmerking: De onderstaande figuren zijn een voorbeeld en kunnen afwijken van uw Brother-apparaat en besturingssysteem.
Voor meer informatie over de detectie van de levensduur van tonercartridges gaat u naar het gedeelte Handleidingen van deze website. Klik hier voor meer informatie over de detectie van de levensduur van tonercartridges.