Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
Selecteer Brother XXX-XXXX (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren. Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
Klik op het tabblad Geavanceerd.
Klik op de knop Instellingen in het veld Afdruk beveiligen.
Schakel het selectievakje Afdruk beveiligen in.
Voer uw wachtwoord van vier cijfers in het veld Wachtwoord in en klik vervolgens op OK. U moet voor elk document een afzonderlijk wachtwoord instellen.
Klik op OK.
Beëindig uw afdruktaak.
Druk op Secure (Beveiligd) op het bedieningspaneel van de machine.
Druk op of om uw gebruikersnaam weer te geven en druk vervolgens op OK. De LCD geeft de lijst van beveiligde taken voor die naam weer.
Druk op of om de taak weer te geven en druk vervolgens op OK. Voer uw wachtwoord van vier cijfers in. Om elk cijfer in te voeren, drukt u op
of
om een cijfer te selecteren en drukt u vervolgens op
OK.
Druk op of om de optie [Afdr.] te selecteren en druk vervolgens op OK. Druk op of om het gewenste aantal exemplaren in te voeren. Druk op OK. De machine drukt de gegevens af.
Zodra u de beveiligde gegevens hebt afgedrukt, worden deze uit het geheugen van de machine gewist.