Druk op [Instellingen]>[Alle instell.]>[Stand.instel.]>[Reset].
Als het [Alle instell.]-menu wordt weergegeven op het beginscherm van uw machine, slaat u het [Instellingen]-menu over.
Veeg omhoog of omlaag of druk op of om het type resetfuncties weer te geven en druk vervolgens op de resetfunctie die u wilt gebruiken.
De netwerkinstellingen, de beveiligingsinstellingen en de adresboekgegevens worden niet gereset met [Apparaat resetten].
Als u de machine wegdoet of overdraagt, raden we u aan om de [Fabrieksinstellingen] uit te voeren zodat alle persoonlijke gegevens op de machine worden gewist.
[Apparaat wordt opnieuw gestart na het resetten.Druk 2 seconden op [OK] ter bevestiging.] wordt weergegeven. Druk twee seconden op [OK] om de instelling te bevestigen.
Het apparaat wordt opnieuw opgestart.
Druk op .
U kunt de netwerkinstellingen eveneens resetten door te drukken op [Instellingen]>[Alle instell.]>[Netwerk]>[Netw. resetten].