TD-2120N
 |
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Ik heb meerdere printers van hetzelfde model aangesloten op één computer, maar ik kan maar met een van die printers afdrukken.
Elke printer krijgt een uniek serienummer. Wanneer u een andere printer op de computer aansluit, wordt die automatisch herkend als een ander apparaat.
Bij de installatie van de eerste printer op de computer wordt de printerdriver 'Brother [modelnaam]' gemaakt. Als u nog meer printers van hetzelfde model op de computer aansluit, wordt steeds een nieuwe printerdriver gemaakt ('Brother [modelnaam] (kopie 1)', 'Brother [modelnaam] (kopie 2)' enzovoort).
In de toepassing die u gebruikt moet u de juiste printerdriver selecteren voor de printer die u momenteel gebruikt.
-
Schakel de printer die u wilt gebruiken in.
- Open [Apparaten en printers].(zie,“Hoe open ik Apparaten en printers”)
-
Wijzig de pictogramweergave in [Tegels]. U ziet nu de naam en de huidige status van de printers.
De printerdriver met 'Gereed' als status is de printer die u in stap 1 hebt ingeschakeld.
U kunt desgewenst de namen van de printerstuurprogramma's wijzigen.
We raden aan de namen te wijzigen in namen die duidelijk de associatie tussen de printer en het printerstuurprogramma aangeven.
Voorbeeld:
Brother [modelnaam] -> Brother [modelnaam] A
Brother [modelnaam] (kopie 1) -> Brother [modelnaam] B
-
Klik in P-touch Editor op [Bestand] en selecteer [Printer-/pagina-instelling...] om het dialoogvenster Printerinstelling te openen.
- Selecteer de printer die u in stap 3 hebt bevestigd vanuit de keuzelijst en klik op [OK].
Nu kunt u labels afdrukken met de juiste printer