-
Start uw webbrowser.
-
Typ 'http://IP-adres van apparaat/' in uw browser ('IP-adres van apparaat' is het concrete IP-adres van uw Brother-apparaat).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2
-
Als u DNS of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam opgeven, zoals 'GedeeldePrinter'.
- Bijvoorbeeld:
http://GedeeldePrinter
Als u met een NetBIOS-naam werkt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
- Bijvoorbeeld:
http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden in het netwerkconfiguratierapport.
-
Voor Macintosh: Open Beheer via een webbrowser door te klikken op het apparaatpictogram in het scherm van Status Monitor.
-
Voer een wachtwoord in, als u dit zo hebt ingesteld, en klik vervolgens op
.
-
Klik op het tabblad Netwerk.
-
Klik op het tabblad Beveiliging.
-
Klik op Certificaat.
-
Klik op Zelf ondertekend certificaat.
-
Voer een Algemene naam en een Geldigheidsdatum in.
-
De Algemene naam moet uit minder dan 64 bytes bestaan. Voer een identificatie in zoals een IP-adres, naam van een knooppunt of domeinnaam die dient om toegang te krijgen tot dit apparaat via SSL-/TLS-communicatie. Standaard wordt de naam van het knooppunt weergegeven.
-
Er wordt een waarschuwing weergegeven als u het IPPS- of HTTPS-protocol gebruikt en een andere naam in de URL invoert dan de Algemene naam die is gebruikt voor het door uzelf ondertekende certificaat.
-
Selecteer uw instelling in de keuzelijst Algoritme van openbare sleutel. De standaardinstelling is RSA (2048-bits).
-
Selecteer uw instelling in de keuzelijst Digest-algoritme. De standaardinstelling is SHA256.
-
Klik op Indienen.
-
Klik op Netwerk.
-
Klik op Protocol.
-
Klik op HTTP-serverinstellingen.
-
Selecteer het certificaat dat u wilt configureren in de keuzelijst Selecteer het certificaat.
-
Klik op Indienen.
Het volgende scherm wordt weergegeven.
![HTTP-serverinstellingen HTTP-serverinstellingen](/g/b/img/faqend/faq00100222_002/be/nl/1729698/HTTPServerSettings.gif)
-
Klik op Ja om de afdrukserver opnieuw te starten.
Het zelf ondertekende certificaat wordt aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van het apparaat.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het zelf ondertekende certificaat op uw computer worden geïnstalleerd.