Volg de onderstaande procedure om de optionele tweede papierlade te installeren.

1. Schakel de printer uit met de aan-uitschakelaar en trek alle kabels uit de printer.
   
2. Til de printer met twee personen voorzichtig op en plaats het apparaat op de tweede papierlade. De pennen van de tweede papierlade moeten in de daarvoor bestemde openingen onder in de printer vallen, zoals hier wordt getoond.
   
3. Trek de standaard papierlade volledig uit de printer en haal het papier eruit.
   
4. Verwijder de twee schroeven met de schroevendraaier (C) zoals getoond en bewaar ze (u hebt ze in stap 6 weer nodig). Verwijder vervolgens de voorzijde van de standaardpapierlade.
   

5. Volg de onderstaande stappen om de voorzijde van de standaardpapierlade te vervangen door de nieuwe (B):

    

   1. Houd de metalen plaat in de papierlade voorzichtig opgetild.
   2. Breng de nieuwe voorzijde (B) aan op de voorzijde van de papierlade. Let erop dat het blauwe papierindicatiehendeltje (2) door de opening (3) gaat.
   3. Laat de metalen plaat weer los wanneer de voorzijde goed is aangebracht op de papierlade. De blauwe hendel moet onder de metalen plaat zitten.

    

   
6. Breng de nieuwe voorzijde aan op de standaardpapierlade door de twee schroeven (die u in stap 4 had verwijderd) terug te plaatsen. Leg het papier vervolgens terug in de papierlade en schuif de papierlade stevig terug in de printer.
   

7. Stel het papierformaat in op het bedieningspaneel van het apparaat.
    

   • Voor Windows-gebruikers:

      

     1. Ga naar Start > Instellingen > Configuratiescherm > Printers (Printers en faxapparaten voor gebruikers van
        Windows XP).
     2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteer Eigenschappen.
     3. Klik op het tabblad Accessoires en klik op Automatische detectie.
     4. Wanneer de onderlade en het papierformaat zijn gedetecteerd, klikt u op Toepassen.
        (In sommige gevallen is Automatische detectie niet beschikbaar. In dit geval kunt u de geïnstalleerde opties handmatig toevoegen. Selecteer bij Beschikbare opties de optie die u hebt geïnstalleerd, klik op Toevoegen en klik vervolgens op
        Toepassen.)
        
        
         
   • Voor Macintosh-gebruikers:
     De printerdriver is al geconfigureerd voor gebruik met de onderladen. U
     hoeft niets speciaals te doen.