De modus Alleen Fax wordt bij voorkeur gebruikt wanneer de FAX/MFC op een aparte faxlijn is aangesloten. In deze stand neemt de FAX/MFC alle gesprekken automatisch aan (met ontvangsttonen) alsof het een inkomend faxbericht is. Als u Alleen Fax selecteert, kunt u geen gewone gesprekken ontvangen op de telefoonlijn waarop de FAX/MFC is aangesloten. U kunt wel zelf bellen op die lijn.

In de modus Handmatig hebt u zelf controle over de telefoon en moet u elke oproep zelf aannemen. Als u de lijn aanneemt en faxtonen hoort, wacht u tot uw FAX/MFC antwoordt met zijn eigen ontvangsttonen. U hangt dan gewoon op. Het faxbericht wordt door de FAX/MFC ontvangen en afgedrukt. In deze stand kunt u inkomende telefoongesprekken aannemen alsof er helemaal geen FAX/MFC op de lijn is aangesloten. Deze modus is te verkiezen als u niet veel faxberichten ontvangt, als de FAX/MFC op dezelfde telefoonlijn als een computermodem is aangesloten of als u onderscheiden belsignalen (Distinctive Ring) gebruikt.

De modus Fax/Telefoon is de beste keuze als u veel faxberichten en weinig telefoongesprekken ontvangt. In deze stand neemt de FAX/MFC inkomende faxberichten automatisch aan en drukt ze vervolgens af. Als u een telefoongesprek ontvangt, gaat elke telefoon op dezelfde lijn als de FAX/MFC een bepaald aantal keren over. Daarna gaat de FAX/MFC over met een dubbel belsignaal ten teken dat de inkomende oproep een telefoongesprek is.

Ant:Antwoordapp. moet worden gebruikt wanneer u een extern antwoordapparaat hebt aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de FAX/MFC. In deze ontvangstmodus neemt het externe antwoordapparaat automatisch alle oproepen aan. Ingesproken boodschappen worden door het antwoordapparaat opgenomen en faxberichten worden afgedrukt. Wanneer u Ant:Antwoordapp. gebruikt, moet u de volgende zes richtlijnen naleven:

1. (Alleen voor de Verenigde Staten)
   Het antwoordapparaat moet worden aangesloten op de met EXT aangegeven aansluiting achter op de FAX/MFC. De modus Ant:Antwoordapp. werkt mogelijk niet goed als u het externe antwoordapparaat aansluit op een wandcontactdoos.
   
   
2. De ontvangstmodus van de FAX/MFC moet op Ant:Antwoordapp. staan.
   
   
3. Wij raden u aan om de meldtekst van het antwoordapparaat te beginnen met vijf seconden stilte. Zo heeft de FAX/MFC tijd om inkomende faxtonen van een verzendend apparaat te detecteren.
   
   
4. De meldtekst van het antwoordapparaat mag niet meer dan twintig seconden lang zijn.
   
   
5. Beëindig de meldtekst door de ontvangstcode voor de fax te geven voor mensen die handmatig een fax willen verzenden. Bijvoorbeeld: "Spreek uw boodschap in na de piep of druk op *51 (*91 in Nieuw-Zeeland) gevolgd door Start, Fax Start of Mono Fax Start als u een fax wilt verzenden."
   
   
6. Stel het antwoordapparaat in op viermaal overgaan of minder. De instelling voor het aantal keren overgaan (Belvertraging) van de FAX/MFC geldt niet in de modus Ant:Antwoordapp..