De printerconfiguratie uitvoeren (zelftest) om te debuggen
Ga als volgt te werk om de printerconfiguratie af te drukken (zelftest):
Schakel de printer uit.
Houd de rechter Selectieknop ingedrukt en schakel vervolgens de aan/uit-schakelaar in.
Laat de knop los wanneer Zelftest op het touchscreen wordt weergegeven.
De printer kalibreert de sensor en detecteert de labellengte, drukt de interne instellingen af en gaat daarna in de dumpmodus.
Om de dumpmodus na het debuggen te verlaten, zet u de printer uit en weer aan.
Om de sensor voor de kalibratie te selecteren, moet u de juiste opdracht naar de printer sturen:
Voor de Ruimtesensor: stuur de opdracht GAP
Voor de sensor Zwarte markering: stuur de opdracht BLINE
U kunt de printerconfiguratie (zelftest) ook afdrukken met BPM (Brother Printer Management Tool).
Als u geen antwoord op uw vraag hebt gevonden, hebt u dan de andere vragen bekeken?